De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2575 Aan Bonifacius Amerbach
| |
[pagina 119]
| |
banen ze zich werkelijk met de mentaliteit van gladiatorenGa naar voetnoot4. een weg naar mij, Béda met de zijnen, Eck en aartsbisschop Aleandro, nu pauselijk gezant bij de keizer, met volledige volmacht en evenveel waanzin. Hij denkt nu te zullen voltooien wat hij acht jaar geleden vergeefs geprobeerd heeft.Ga naar voetnoot5. Hij noemt zich Scaliger, dreigend met vuur. Niets is zo beledigend of het wordt in Parijs gedrukt, mits het tegen Erasmus is gericht. Het is voor hen niet genoeg Erasmus te doden als ze hem niet volledig vernietigen door ook een eind te maken aan zijn faam. De Heer zal voor ons zorgen. De zaak waar ik het met jou over wilde hebben, is niet heel belangrijk en heeft geen grote haast. Je komst zal me veel plezier doen, mits het je schikt om te komen, en nog meer plezier doen, als je hier een paar weken wilt blijven; er zal ook een stal voor je paard geregeld worden. Het ga je goed. De dag voor het feest van Andreas, 1531 Je herkent de hand van je vriend Aan de zeer illustere doctor in de rechten Bonifacius Amerbach. Bazel |
|