De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2573 Van Conradus Goclenius
| |
[pagina 115]
| |
bekendheid door hun besluit over de scheiding van de Britse koning,Ga naar voetnoot2. en die bekendheid zal nu toenemen, als jij aan die oude gewoonte van je vasthoudt en je niet bij een zaak die zo vaak heeft overwonnen voor je vijanden wijkt, maar de waarheid je gewoonlijke verdediging waardig keurt. Wees ervan verzekerd dat iedereen die jou goed gezind is daarop wacht, en dat je vijanden in hun gebeden nergens meer om smeken dan dat je door te zwijgen ogenschijnlijk de fouten erkent waarvan de Sorbonisten je beschuldigen. Als dat gebeurt, denken ze dat er voldoende fundamenten zijn gelegd voor iets wat ze allang van plan zijn, dat ze onder het mom van de godsdienst alle edele wetenschappen omverwerpen, waarbij jij voor altijd gebrandmerkt wordt. Pas daarom op dat je niet toelaat dat de glorie van je eerdere goede daden wordt verduisterd; denk aan de vurige strijdGa naar voetnoot3. waartoe je, naar we op grond van de minstens even zware gevechten die je doorstaan hebt verwachten, vastbesloten bent. Ik kan je intussen verzekeren dat je in deze contreien nergens bang voor hoeft te zijn, omdat je de keizer zelf en de koningin van HongarijeGa naar voetnoot4. aan je kant hebt, bovendien de belangrijkste hovelingen, die, voorzichtig uitgedrukt, je zeker niet slecht gezind zijn, wat ikzelf uit gesprekken met velen van hen dankzij onmiskenbare blijken heb begrepen. Daarom moet je niet alleen je ongegronde vreesGa naar voetnoot5. over de keizerlijke schatkist,Ga naar voetnoot6. maar überhaupt alle muizenissen uit je hoofd zetten en - als je tenminste het aanzien dat je tot nu toe door buitengewone vastberadenheid hebt verworven wilt behouden - datgene doen waartoe de werkelijkheid aanspoort, zodat die sofisten van de Sorbonne voor zoveel brutaliteit niet ongestraft blijven. Maar je bent te verstandig om door iemand aangespoord te moeten worden, en je enthousiasme en onvermoeibare drang om de waarheid te verdedigen hebben niemands aanmoediging nodig. Daarom zal ik hierover ophouden en het over andere dingen hebben. Allereerst dit: Gilles de Busleyden kijkt met ongeduld uit naar je antwoordGa naar voetnoot7. over een nieuwe hoogleraar Hebreeuws, of je misschien een geschikte kandidaat voor die functie hebt gevonden. Want ze hebben besloten niemand, tenzij op jouw voorstel, ter vervanging van Campen te kiezen, die al een tijdje geleden zelf het college heeft | |
[pagina 116]
| |
verlaten,Ga naar voetnoot8. omdat hij niet tegen de eenzaamheid of in elk geval het geringe aantal toehoorders kon. De overige vakken doen het evenwel beter dan ooit en ik weet niet hoe het komt dat onze studenten nooit erg geïnteresseerd waren in de studie Hebreeuws. Ze zouden naar onze verwachting van gedachten veranderen, als er iemand was die bij het lesgeven doorzettingsvermogen en stiptheid aan de dag zou leggen, wat bijna iedereen - en dat is een terechte klacht - bij onze vriend Campen miste. Het is dus aan jou in al je vriendelijkheid je college niet in de steek te laten, dat zijn groei tot nu toe vooral aan jouw adviezen te danken heeft. Geef in elk geval aan dat ik dit alles uit naam van de heer Busleyden en de executeurs onder je aandacht heb gebracht, zodat ze niet denken dat ik de toebedeelde taak niet op me heb willen nemen. Welke maatregelen de keizer hier tegen de ketters wil nemen, over het eens en voor altijd reguleren van de geldmarkt na voortdurende fluctuaties, eveneens over inperking van luxe kleding, over het tegengaan van dronkenschap, over verlaging van de hoge graanprijs, over voedsel voor de arme inheemse bevolking, over het terugbrengen van het stadsrecht van afzonderlijke plaatsen tot een vorm die aan de wetten beantwoordt, en andere soortgelijke zaken, kun je lezen in de verordeningen zelf die ik je stuur.Ga naar voetnoot9. Je felicitatie met mijn Antwerpse overwinningGa naar voetnoot10. deed me veel genoegen, en het leek erop ‘dat ik juist rust had, helemaal op het punt om de haven binnen te varen’,Ga naar voetnoot11. toen er plotseling een nieuw geschil ontstond. Mijn tegenstanders proberen namelijk, nu ze mij de buit niet kunnen afnemen, in elk geval te zorgen dat die gedurende enkele jaren niets opbrengt, zodat natuurlijk de winst en de opbrengst voor de duur van het geschil naar het kapittel gaan. Dit soort trucjes gebruiken ze nu bij mij, maar ik hoop dat ik binnenkort een manier zal vinden om die booswichten op mijn beurt flink aan te pakken zonder zelf enig risico te lopen. Haio Cammingha stuurde vier goudstukken als aanvulling op de eerdere som;Ga naar voetnoot12. maar hij is boos, denk ik, want ze zijn zonder enige brief overhandigd. Girolamo Aleandro kwam nog geen twintig dagen geleden hierlangs, op | |
[pagina 117]
| |
weg naar de keizer; we weten niet waarom, behalve dat ze zeggen dat hij door de paus naar de Duitse rijksdag is gestuurd, en dat hij, omdat de keizer aarzelt,Ga naar voetnoot13. liever de winter in Brabant wil doorbrengen dan bij de Duitse kachels. Deze bode komt naar je toe, gehuurd met geld óf van Valdés óf van jouw Lieven;Ga naar voetnoot14. daarom zul je hem in geen geval iets verplicht zijn. In mijn laatste brief vroeg ik of je, indachtig je aloude sympathie voor mij, Valdés wilde laten weten (als je hem schrijft) dat je het op prijs zou stellen als hij mij ter wille zou zijn bij iets wat hij op verzoek van de heer Dantiscus beloofd had te zullen doen.Ga naar voetnoot15. Maar ik twijfel er niet aan dat je goede redenen had om het te weigeren of uit te stellen. Daarom durf ik je niet nogmaals met dezelfde zaak lastig te vallen. Je ErasmiusGa naar voetnoot16. woont in Lille, een stad die zo'n vijf mijl voorbij Henegouwen ligt. Daar oefent hij zijn Frans. Ik stuur een brief aan Hieronymus Froben en Nicolaus Episcopius om te bedanken voor het geschenk dat ze hadden gestuurd voor de moeite die ik voor hem heb gedaan. Zou je zo vriendelijk willen zijn die aan hen door te sturen als er een geschikte bode is? De andere brief is van Arnold Birckmann en bevat het een en ander over hun rekeningen. Het ga je goed. Leuven, 23 november 1531 Je vriend Conradus Goclenius Aan Erasmus van Rotterdam. Freiburg im Breisgau |
|