De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2565 Aan Johann Koler
| |
[pagina 93]
| |
zorger krijgt.Ga naar voetnoot6. Iemand aan het hof, een vertrouweling van de keizer, liet doorschemeren dat die bijeenkomsten van vorsten en gedachtewisselingen met geleerden louter ceremonies zijn, maar dat alles met behulp van geheime koeriers geregeld wordt volgens een verordening van de paus. De vrome AlbertoGa naar voetnoot7. en Aleandro waren zielsverwanten en de paus heeft zeer veel achting voor beiden. Karel bereidt een gesprek voor met de Franse en de Engelse koning.Ga naar voetnoot8. De rijksdag in Speyer is vervlogen;Ga naar voetnoot9. ongetwijfeld gebeurt dat allemaal volgens een verordening van de paus, die met Kerstmis alle kardinalen bijeengeroepen heeft in Rome. Besloten is op die manier de conflicten in de wereld te sussen. In Parijs is een gewoonweg dolzinnig schotschrift verschenen onder de verzonnen naam Julius Caesar Scaliger.Ga naar voetnoot10. Maar ik herken daarin de stijl van Aleandro zoals ik zijn gezicht zou herkennen. Ik ben niet zo dom dat ik niet begrijp waar dit de voorboden van zijn. Ik heb Aleandro bij de keizer, Béda in Parijs, Lee in Engeland, Eck in Duitsland, Nachtgall bij FerdinandGa naar voetnoot11. en overal talloze monniken en theologen. We wachten de afloop van het toneelstuk af; laten we hopen dat het de wil van de Heer is dat het gelukkig afloopt! De aanmerkingen van de Parijse theologische faculteit,Ga naar voetnoot12. hoewel die bijzonder dom en ronduit lasterlijk zijn, hebben ze toch laten drukken om tegen de vorsten te kunnen zeggen: ‘Zie hier hoe de belangrijkste faculteit over Erasmus oordeelt!’ Nachtgall bracht afgelopen zomer een bezoek aan Frankrijk en heeft met Sadoleto, bisschop van Carpentras, gesproken. Die gaf Nachtgall geheime informatie over het onderdrukken van de sekten. Nachtgall strooide die rond in Bazel. Ik vermoed dat hij naar aanleiding daarvan bij Ferdinand is ontboden. Ik heb al op de aanmerkingen van de theologen gereageerd. Ik zal zeGa naar voetnoot13. laten drukken, hoewel daar niets in staat | |
[pagina 94]
| |
waarop ik niet al tien keer antwoord heb gegeven, aan Lee, Béda, Pio, enzovoorts. Ik zou, mijn beste Koler, niet graag willen dat dit alles gaat rondzoemen; je zou het niettemin, als het je goeddunkt, de eerwaarde bisschop van Augsburg kunnen laten weten.Ga naar voetnoot14. Het ga je goed. 7 november 1531 Doe de hartelijke groeten aan vader en zoon Rem; ik zal hun binnenkort schrijven, als Christus het wil. Je vriend Erasmus van Rotterdam, voor de vuist weg Aan de zeer geachte heer Johann Koler, proost van Chur. Augsburg |
|