De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2550 Van Jan Boner
| |
[pagina 72]
| |
handig te schrijven en op te sommen hoezeer de goden en mijn ouders mij in ruime mate van alles hebben voorzien wat nodig is om uitzonderlijke deugdzaamheid te bereiken: een leergierige aanleg, een zeer gelukkig karakter en een massa geld, niet minder nuttig voor studerenden als voor soldaten.Ga naar voetnoot6. Welnu, ik zal zorgen, werkelijk, ik zal zorgen dat niet de gaven van de fortuin, maar die van de geest bij mij de overhand hebben. Want ik zie dat tal van geleerden van de diepste armoede tot grote rijkdom zijn gekomen, mensen die overal boven anderen worden vereerd. Ik zal proberen dat mijn jeugd en de kosten die mijn ouders maken niet worden verspild. Het ga u intussen goed en beschouw mij samen met mijn AnselmusGa naar voetnoot7. als in uw gunst aanbevolen. Bazel, 25 september 1531 Jan Boner, u altijd bij alles zeer toegedaan Aan de zeer geleerde Erasmus van Rotterdam, zijn zeer eerbiedwaardige meester en leraar |
|