De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2549 Aan Jan Boner
| |
[pagina 71]
| |
alles wat nodig is om een zeer ontwikkeld en uitermate deugdzaam mens te worden: een leergierige aanleg, een zeer gelukkig karakter, een massa geld (evenzeer de zenuw van de studie als van de oorlog),Ga naar voetnoot2. ten slotte een leraarGa naar voetnoot3. zoals je er zelfs geen geleerder, oplettender of ook sympathieker zou kunnen wensen. Het zou dan ook een grote schande zijn, mijn beste Boner, als jij in de ogen van de mensen als enige tekortgeschoten bent. Omdat je dus om allerlei redenen zeer hoge verwachtingen wekt, mag je het niet laten gebeuren dat je die niet waarmaakt. Mocht de studie nu naar je idee wat bitter smaken, bedenk dan hoeveel genoegen, hoeveel eer het je zal opleveren wanneer je, nadat je als een op winst beluste handelaar de markten van de beide Duitslanden,Ga naar voetnoot4. Italië en Frankrijk bent langsgegaan en met zoveel geleerden hebt samengewoond, naar je vaderland Polen zult terugkeren, enorm verrijkt met alle wetenschappen en goede eigenschappen als handelswaar. Het ga je goed. Freiburg, de feestdag van de heilige Matteüs, 1531 |
|