De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2529 Aan Georgius Agricola
| |
[pagina 48]
| |
ven. Het doet sommigen wel genoegen dat hij, tot nu toe met succes, lak heeft aan theologen en monniken, en wel onder bescherming van de keizer, wiens raadsheer hij pretendeert te zijn, en met hulp van kardinaal Campeggi. Maar ik ben bang dat de onverschrokkenheid van de man de literatuur veel vijanden bezorgt, als het tenminste waar is wat brieven van vrienden vertellen. Het lukte nog niet zijn boekGa naar voetnoot4. te bekijken en hij heeft me nooit geschreven. Het werk dat u over maten en gewichten onder handen hebtGa naar voetnoot5. zal ik heel graag lezen zodra u het gestuurd hebt. Ik voorspel, mijn beste Georgius, dat het u beroemd zal maken. Ook is er geen reden om bang te zijn voor vijandigheid,Ga naar voetnoot6. omdat het onderwerp van een soort is dat nooit uitgeput is.Ga naar voetnoot7. Dat komt deels door de ouderdom ervan, deels door de verschillende gebruiken per streek, deels door de subtiliteit en ontoegankelijkheid van de materie zelf, om maar te zwijgen over corrupte teksten. Ik hoor dat Portis een even minzaam als geleerd man is. Alciati is iemand met een bijzonder vriendelijk karakter, zodat er van zijn kant voor u niets te vrezen valt. Budé is wat opvliegender, maar is ook te zeer een rechtschapen mens om over iemand te klagen wiens betoog alleen op argumenten berust. Zelfs als hij dat wel zou doen (wat hij volgens mij nooit zal doen), dan zal hij daarmee eerder zijn eigen naam schaden dan die van u. Ten slotte: zelfs al zou er onder jullie enige wedijver ontstaan, dan zal, mits het beleefd blijft, die uitspraak van Hesiodus u tot troost zijn: ‘Deze vorm van wedijver is goed voor de mensheid.’Ga naar voetnoot8. Er is geen reden om me met het boekje over de leugenGa naar voetnoot9. geluk te wensen, omdat ik bovenmatig spijt van dat besluit heb gekregen. Ik had met gemak een tweede Ilias kunnen fabriceren, maar weg met dat gedrocht, dat uit louter rookwolken, klatergoud, leugens, snoeverij en begoocheling is samenge- | |
[pagina 49]
| |
steld. Brieven van u zullen altijd zeer welkom zijn. Doe burgemeester Lucas Scuppegius en stadssecretaris Bartholomäus Bach namens mij de hartelijke groeten terug. Het ga u goed. Freiburg im Breisgau, 29 augustus 1531 |
|