De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2530 Aan Erasmus Schets
| |
[pagina 50]
| |
Ik hoopte dat de keizer redelijk snel weer daarvandaan op weg naar Spanje zou gaan; maar het einde is nog niet in zicht. Het ga je goed, voortreffelijke vriend, samen met je vrouw en kinderen en allen die je dierbaar zijn. Freiburg, 30 augustus 1531 Nadat ik dit had geschreven, kwam je brief, geschreven op 12 juli,Ga naar voetnoot5. die melding maakt van de ingemaakte vruchten die de PortugeesGa naar voetnoot6. stuurde, hoewel HieronymusGa naar voetnoot7. die nog niet heeft ontvangen. In die brief staan dingen die ik niet begrijp. Via QuirinusGa naar voetnoot8. had ik een brief van Pieter Gillis en een schriftelijke verklaring van hem gestuurd, waarin hij te kennen gaf dat hij via mijn dienaar LievenGa naar voetnoot9. uit hoofde van het Kortrijkse jaargeldGa naar voetnoot10. 117 florijnen met nog wat stuivers had ontvangen. Als Quirinus jou die brief en verklaring niet heeft gegeven, is hij een nietsnut geweest, zoals heel vaak, naar ik vermoed. En dan word ik hierbij ook nog van twaalf florijnen beroofd, want er zijn er 130 verschuldigd. Waar zijn dan die 103 florijnen die je noemt? Wat hij aan Quirinus heeft gegeven doet er niet toe. Hij schreef me dat hij jou dat geld heeft uitbetaald. En misschien heeft hij dat nu gedaan. Ik twijfel volstrekt niet aan je betrouwbaarheid, maar als jou of mij iets overkomt, zou er ruzie ontstaan tussen de erfgenamen. Ikzelf weet niet eens wat jij hebt. Wie geeft echter iets aan iemand die zonder promesse een bedrag terugvraagt, waarvan hijzelf de omvang niet weet? Over de houding van Pieter Gillis kan ik me niet genoeg verbazen. Hij vroeg telkens een kwitantie van me, hoewel hij me nooit de volledige som betaalde. Ik deed het en hij bedankte. Hij was bang dat ik op grond van de brieven hem een proces zou aandoen, hoewel de brief waarin hij aangaf hoeveel hij had, zestien beschadigingen had doordat zijn pen door het papier was gegaan. We hoeven niet bang te zijn dat die man failliet gaat! Pas op dat je Grynaeus en Bebel niet al te veel vertrouwt. Nogmaals, het ga je goed, allerdierbaarste vriend Schets. Denk eraan dat Pieter Gillis 117 florijnen en wat stuivers verschuldigd is. Aan de eminente heer Erasmus Schets, koopman. Antwerpen |
|