De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 43]
| |
2527 Van Erasmus Schets
| |
[pagina 44]
| |
vonden verhoging van de goudprijs in Engeland tot gevolg heeft, dat de mensen voor zichzelf de naam nobels zijn blijven gebruiken en op de oude manier met drie daarvan een pond betalen; maar bij het uitbetalen en uittellen geven ze zoveel meer geld als het goud in waarde en prijs is toegenomen; dat wil zeggen: voor een nobel in klinkende munt, die ooit zes shillings en acht pence sterling waard was, rekenen ze zeven en een halve shilling. Zo geven degenen die jou ponden of nobels betalen in Engeland, geen nobels in klinkende munt, maar drie rekenmunt-nobels voor een pond; en drie die ze in klinkende munt berekenen, geven ze voor 22½ shilling, waarbij ze het goud dat ze minder dan gewoonlijk geven voor een pond, zich toe-eigenen, tot hun voordeel, maar tot jouw nadeel. Nu is het zo dat Castro dat geld van jou waarover je klaagt, in aanwezigheid van jouw QuirinusGa naar voetnoot5. inde volgens de gedevalueerde koers van het pond en de nobel van dit moment, en jij denkt misschien dat ze hem in nobels in klinkende munt zijn uitbetaald. Ik zou willen dat je hier beter wegwijs in wordt dan ik nu merk. Helderder kon ik het evenwel niet voor je uiteenzetten. Met die hiervoor genoemde twee afschriften heb je voor je neus wat het verschil is, en waar de vergissing in zit die je belemmert. Want zoals je voor de geïnde kronen in klinkende munt volledig hebt ontvangen wat gegeven is, zo is dat ook het geval bij de ponden of nobels die als rekenmunt gelden, overeenkomstig de goudprijs en de devaluatie van het pond. Castro heeft ook op dezelfde manier gegeven wat de waarde van het geld was dat hij in ponden en nobels had ontvangen die als rekenmunt gelden. Hem mag beslist niet datgene ten laste worden gelegd waarvan je hem misschien ten onrechte verdenkt. Als het anders was geweest, had ik het gemerkt en had ik niet gezwegen. Enkele maanden geleden had ik via een koopman uit Kortrijk de opdracht gegeven de heer Jan de Hondt om de helft van het jaarlijkse bedragGa naar voetnoot6. te vragen. Hij zei toen dat hij met deze beursGa naar voetnoot7. het bedrag over twee jaar tegelijk zou sturen. Hij heeft mij nu bericht dat hij eerst een ontmoeting met Barbier zal hebben, en beweert dat hij niet langer verplicht is dat jaargeld te betalen. Ik schreef Barbier en Molinier met het verzoek opheldering te geven, zodat jij het jaargeld betaald krijgt en ze vanaf nu als fatsoenlijke mensen hun verplichtingen nakomen. Ik hoop dat ze dat zullen doen. De keizer bereidt een reis naar Duitsland voor om de rijksvorsten in Speyer | |
[pagina 45]
| |
te ontmoeten.Ga naar voetnoot8. Ze zeggen dat hij niet voor oktober op weg zal gaan. Misschien mogen we hopen dat deze bijeenkomst meer succes heeft dan de vorige in Augsburg.Ga naar voetnoot9. Moge God zorgen voor een goede afloop. Het ga je goed, allerdierbaarste Erasmus, mogen geluk en voorspoed nog lang je deel zijn. Antwerpen, 18 augustus 1531 Erasmus Schets, van harte de jouwe Aan de voortreffelijke en zeer geleerde heer Erasmus van Rotterdam, zijn buitengewone vriend. Freiburg |
|