De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2525 Aan Anton Fugger
| |
[pagina 41]
| |
gaard voor de winter, en zie niet hoe ik nu zou kunnen verhuizen, vooral omdat augustus nogal stormachtig is. Er zit niets anders op dan te wachten op de eerste zwaluw.Ga naar voetnoot2. Ondertussen zullen we zien wat de keizer aan het uitbroeden is, waarover uiteenlopende geruchten de ronde doen, en welke kant de oorlog tussen de Zwitsers op gaat,Ga naar voetnoot3. en ten slotte waar uw stad toe neigt,Ga naar voetnoot4. die ik graag alle mogelijke rust zou willen toewensen. Want ik zie dat de verhoudingen in de wereld gevaarlijk aan het wankelen zijn. Rest mij dat ik u bedank voor het gulle aanbod dat u zo vriendelijk doet; er is evenwel geen reden dat u omwille van mij iets laat slopen of bouwen zolang ik niet schrijf wat ik besloten heb. Ik zou echter niet willen dat uw woning of uw bezit in enig opzicht door mij bezwaard wordt. Het ga u goed. Freiburg, 22 augustus, de dag waarop ik uw brief ontving Erasmus van Rotterdam, eigenhandig geschreven Aan de zeer illustere heer Anton Fugger. Augsburg |
|