De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2518a Aan Helius Eobanus HessusGa naar voetnoot1.
| |
[pagina 22]
| |
kort te gaan, nooit was het leven onplezieriger, en nooit heeft Diogenes, die zijn toevlucht tot een vat nam, mij zo verstandig geleken. Voor de aanschaf en het opknappen van het huis heb ik 750 florijnen in contant geld betaald. En het eind is nog niet in zicht. En toch, geloof me, is de stroom uitgaven hierbij nog het minste probleem. Ik ben zeer ontstemd. Ik heb me laten verleiden door de mooie woorden van bepaalde lieden, met deze ellende als gevolg. Het verbaast me dat er niets van je pennenvruchten deze kant op komt.Ga naar voetnoot7. Gregorius van Nazianze wordt gedrukt, uitgegeven door Willibald, in het Latijn,Ga naar voetnoot8. maar het handschrift was onvoldoende verbeterd, vooral omdat een secretaris het had overgeschreven. Ik voegde er een voorwoord aan toe,Ga naar voetnoot9. met als voornaamste reden dat Eck, naar ik begrijp, zich uiterst vijandig heeft gedragen door over die man te beweren dat hij voor zijn dood tot waanzin was vervallen en nog veel meer, terwijl ik uit brieven van vrienden die erbij waren toen hij stierf, begrijp dat hij heel rustig is ingeslapen. Breng JoachimGa naar voetnoot10. een groet van de betere soort.Ga naar voetnoot11. Ik wilde niet dat deze man, die toevallig in de buurt was, zonder brief bij jou zou komen. Het ga je goed. Freiburg, de dag na het feest van Sint-Laurentius, 1531 Erasmus van Rotterdam, door je eigen verdienste de jouwe, eigenhandig |
|