De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 18. Brieven 2516-2750
(2020)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdDesiderius Erasmus van Rotterdam groet Johann HerwagenMijn allerdierbaarste Herwagen, Johann Froben zaliger bezat vele goede eigenschappen waarmee hij zich zeer geliefd bij mij maakte, maar er was niets waarmee hij mij zo vast en nauw aan zich had gebonden als het feit dat hij zijn leven lang niets belangrijker vond dan door het drukken van de allerbeste auteurs, hoeveel moeite en geld dat ook kostte, de algemene studiezin te bevorderen. Voor dat prachtige doel heeft die voortreffelijke man zich zelfs doodgewerkt. Volgens mij was er voor hem geen mooiere dood mogelijk.Ga naar voetnoot1. Zo kon het gebeuren dat hij eerder de literatuur verrijkte dan zijn vermogen uitbreidde en zijn erfgenamen meer roem dan geld naliet. Nu ik evenwel zie dat jij niet alleen een toevlucht bent gebleken voor zijn zeer geachte echtgenote die was achtergebleven,Ga naar voetnoot2. maar dat je ook de wil die hij toonde om de wetenschap te bevorderen en te sieren hebt overgenomen, kan ik niet anders doen dan de goede gezindheid die ik hem altijd toedroeg grotendeels op jou over te dragen. Ik spreek de hoop uit dat ik zoveel kan bijdragen aan jouw plan als mijn hart verlangt en jouw talent verdient. Maar mijn leeftijd en gezondheid smeken allang, zo niet om eervol ontslag, dan toch in elk geval om vermindering van de werkdruk, en dat met recht. Jullie slavendrijversGa naar voetnoot3. mo- | |
[pagina 20]
| |
gen dus niet dezelfde porties van mij verwachten; ik ben jullie vaak meer ter wille geweest dan voor mij nodig was. Op dit moment is het echter zo met mij gesteld, dat ik volstrekt niet in de stemming ben voor enig contact met de muzen, zelfs als het excuus van leeftijd en gezondheid er niet was. ‘Wat krijgen we nu?’ zul je vragen. Of ik soms getrouwd ben? Ik ben in elk geval iets aan het doen wat zeker zo zwaar en vermoeiend is, en zeker zo strijdig met mijn karakter en mijn natuur. Ik heb hier een huis gekocht met een mooie naam, maar voor een buitensporige prijs.Ga naar voetnoot4. En zo komt het dat die Erasmus, die gewend is alles wat hij bezit uit te geven om tussen de boeken te kunnen leven, nu een bod doet, overeenkomsten sluit, voorwaarden stelt, waarborgen regelt, overlegt, sloopt, bouwt en van doen heeft met metselaars, timmerlieden, smeden, glazenmakers (je kent het type mensen), waar ik zo genoeg van heb, dat ik me liever drie volle jaren bezighoud met studeren, hoe buitensporig intensief ook, dan één enkele maand door dit soort zorgen gekweld te worden. Nu pas begrijp ik hoe verstandig Diogenes was, die liever zijn toevlucht tot een vat nam dan tegen dergelijke lieden te vechten. Deze beklagenswaardige toestand heb ik te danken aan de ongunst der tijden en de onder schone schijn verborgen doortraptheid van bepaalde lieden, die ik misschien een keer hun gepaste lof niet zal onthouden. Bij deze rampspoed is de voortdurende stroom uitgaven nog het minste probleem. De rest kun je zelf raden. Ik vertel je dit allemaal, mijn beste Herwagen, zodat je genoegen zult nemen met wat ik nu stuur, niet van een soort zoals ik wil, maar zoals ik kan. Want ik kon dit sturen of niets. Ik stuur dan enkele Bloemrijke brieven. Je zult je vast afvragen wat dat voor titel is. Maar het is geen imposant werk, maak je dus geen illusies. De drukte van het verhuizen liet amper toe dat ik dit karweitje op me nam, dat ik met een bloempje aangaf welke brieven uit de enorme stapel geschikt waren om te drukken, hoewel ik vrijwel geen brieven met dat doel schrijf. Wat dit boekje ook mag voorstellen,Ga naar voetnoot5. ik wens dat het, ongeacht de kwaliteit, jou in elk geval voordeel brengt. Dat zal het geval zijn als je bij de verkoop zult merken dat je driehoofdige Hermes je goed gezind is geweest.Ga naar voetnoot6. Ik bid dat hij je de kortste weg wijst naar de stad van de rijkdom waar tegenwoordig bijna iedereen zich naartoe haast, maar niet allemaal met evenveel succes.Ga naar voetnoot7. Maar zonder gekheid, ik bid dat de Heer, de werkelijke redder en begunstiger van alles, zijn zegen geeft aan dat prachtige plan van je. Daar zal ik naar mijn beste kunnen, hoe gering dat ook is, aan meewerken, zodra | |
[pagina 21]
| |
de vroegere rust is weergekeerd. Het ga je goed, samen met hen die je het dierbaarst zijn. Freiburg im Breisgau, de dag voor het feest van Sint-Laurentius, 1531 |
|