De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 353]
| |
2495 Aan Helius Eobanus Hessus
| |
[pagina 354]
| |
herfst zal hij naar Italië gaan. Ik geef toe dat wat u schrijft helemaal waar is: ‘Als die hele ThrasoGa naar voetnoot5. wordt getaxeerd, is hij geen dubbeltje waard.’ Toch heeft Heracles nooit met een vasthoudender monster gestreden. Alles heb ik geslikt om te voorkomen dat hij door mij zou bereiken wat hij verlangt. Hij voedt zich met leugens zoals een kameleon met lucht, en niets is voor hem aangenamer dan kleine triomfen die hij met bedrog heeft behaald. U zou verbaasd staan als u het verhaal goed zou kennen. Maar ik ben vastbesloten voortaan de snoevende soldaatGa naar voetnoot6. te negeren. Ik heb uw EpicediaGa naar voetnoot7. gelezen, maar geen ervan met meer pijn in het hart dan dat van Willibald.Ga naar voetnoot8. JoachimGa naar voetnoot9. lijkt meer een gekunstelde dan natuurlijke aanleg te hebben. Wij allen zijn niet tot alles in staat.Ga naar voetnoot10. Met een scazonGa naar voetnoot11. heeft hij zich een nieuwe vrijheid veroorloofd; welke schrijver hij heeft gevolgd weet ik niet. Want bij degenen die ik heb gelezen, eindigt het vers steeds met een creticus of een spondee.Ga naar voetnoot12. U ziet hoeveel belangstelling ik heb voor andermans zaken. Maar doe Joachim de hartelijke groeten van mij. Ik hoop dat het u gelegen komt mij hier een keer te bezoeken. In Leuven hebt u de schaduw van een mens gezien, nu zult u de schaduw van een schaduw zien. Uw TheocritusGa naar voetnoot13. is hier nog niet te koop, maar ik zal zorgen dat ik het van elders krijg. Sommigen hebben verteld dat u een omvangrijk deel epigrammen hebt gepubliceerd, waarin ik vaak zou worden vermeld.Ga naar voetnoot14. Of het waar is weet ik niet, ik heb het tot nu toe niet kunnen verkrijgen. Het ga u goed, zeer geleerde Eobanus. Freiburg, daags voor Pinksteren 1531 |
|