De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2485 Aan Omaar van Edingen
| |
[pagina 338]
| |
ook is. Want u zult hem nu horen spreken met een Italiaanse of liever Ciceroniaanse welsprekendheid. De afgunstige schikgodin heeft ons één werkelijk oprechte geest ontnomen, Antonius Clava,Ga naar voetnoot2. waardoor u, mijn beste Omaar, mij dierbaarder bent, omdat daar bij u minder mensen zijn zoals u. Al een tijd heb ik meer dan genoeg van Duitsland en wel zo dat ik er zelfs van moet overgeven. Ik zie voor wie ik moet vluchten; wie ik moet volgen zie ik niet. Dikwijls denk ik aan Vlaanderen, maar ik twijfel of het vanwege de bedeltirannenGa naar voetnoot3. veilig zal zijn. Maria, voormalig koningin van Hongarije, van wie ik hoor dat zij de plaats van Margaretha heeft ingenomen, is mij welgezind. Maar als zij iets anders zou doen dan de, ik zeg niet katholieken, maar heethoofden vurig verlangden, zouden ze zeggen dat ik haar iets in het oor heb gefluisterd, zelfs als ik haar iets had afgeraden. Zij zou mij niet kunnen beschermen tegen degenen die tegelijk met het gezag van de paus en de keizer zijn gewapend. Ik zou niet willen dat er bij u dezelfde toestand heerst als naar men zegt in bepaalde staten, waar het tumult van verscheidene sekten geen enkele rust toestaat, of waar voor de evangelischen alles is geoorloofd en anderen tot zaken worden gedwongen die zij niet goedkeuren. Dwingen is in elk geval niet in overeenstemming met het evangelie. Ik ben buitengewoon bang dat, terwijl sommigen Lutheraan, anderen Zwingliaan en weer anderen wederdopers zijn, wij door met de Turken te strijden zelf tot Turken worden gemaakt. Graag zou ik wensen dat deze voorspelling ongegrond is. Voor u bid ik om een rustig leven. Ik moet sneuvelen in deze gladiatorenarena, waar bepaalde vrienden mij in hebben geduwd, terwijl mijn geest luid protesteerde. Ik beken dat ik u vanwege uw sympathie voor mij en uw betoonde vriendelijkheid buitengewoon dankbaar ben, en zelfs zonder dit kon ik niet anders dan op een zo eerlijke en vriendelijke geest gesteld zijn. Want juist deugd heeft een effectieve liefdesdrank in zich. Karel zal de rest vertellen. Het ga u goed. Freiburg, 16 april 1531 |
|