De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2476 Aan Anton Fugger
| |
[pagina 325]
| |
eerder voor anderen dan voor uzelf te hebben; u bent waarlijk de baas over uw rijkdom; deze heeft geen enkele bevoegdheid over u, maar dient u naar uw goeddunken. Beatus Rhenanus, een buitengewoon geleerd iemand, heeft in een brief aan doctor Philipp Puchaimer uw huis, dat Polyphemus mij met weinig retorica heeft aanbevolen, zo beschreven dat, als ik het van alle kanten had bekeken, niets extra's zou hebben gezien. Maar van hoeveel geluk word ik door de onrechtvaardigheid van deze tijden beroofd? Moge een goedgunstige godheid onlusten onder burgers uit Duitsland weren. Maar u dient te weten dat waar de lotsbeschikkingen ook maar willen dat Erasmus is, daar iemand zal zijn die Anton Fugger en de hele naam Fugger zeer toegewijd zal zijn. Voor de kruik wijn die u mij via een andere koerier hebt gestuurd, heb ik u via dezelfde man die hem afleverde bedankt. Maar omdat hij de kruik niet voller had afgeleverd dan Polyphemus hem had gegeven en mijn dienaar daarover klaagde, kon het gebeuren dat hij mijn brief aan u, uit angst dat hij daardoor werd verraden, achteroverdrukte.Ga naar voetnoot1. Ik schrijf dit omdat ik zie dat KolerGa naar voetnoot2. erover inzit dat de wijn die later is verstuurd, niet is bezorgd. De andere vaten waren vol. Als iets dergelijks verstuurd moest worden, zou men het in een betrouwbaar, met pek gedicht vat behoren te doen en purperverf eraan toevoegen, alsof het naar een ander iemand met groot gezag werd verstuurd. Als ze horen dat het voor de gast Erasmus is bestemd, denken zij dat hun zonder gevaar een buit is toegeworpen. Het ga u goed. Freiburg, 4 april 1531 |
|