De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2456 Aan het Busleydencollege
| |
[pagina 260]
| |
gen. Uw voortreffelijkheid zal zelfs meer worden verheerlijkt, omdat het gezag van de naam van de koning u niet tegen de slang heeft beschermd. Als zij zich erop beroemen dat voor de afzonderlijke talen twee professoren zijn benoemd en, naar men zegt, met een nogal hoog salaris, kan men dit Jérôme Busleyden niet euvel duiden, omdat hij al zijn vermogen voor deze onderneming heeft bestemd. Dat er bij de Fransen geen hoogleraar in het Latijn is aangesteld, keur ik niet af; integendeel, ik vind dat u dit moet navolgen, zodra de hoogleraar van die taalGa naar voetnoot1. zich op het voor hem juiste ogenblik heeft teruggetrokken, en dat zijn salaris bij dat van de andere twee moet komen. Ik schrijf u dit in de hoop dat u uw aloude toewijding vergroot en u door uw vaardigheid in het doceren een grote hoeveelheid toehoorders behoudt. De meesten van ons worden eerder aangetrokken door wat nieuw is. en we zijn begonnen een Frankrijk te hebben waar vrede heerst. Als uw studenten u verlaten, zult u zelf minder actief in uw onderwijs worden. Daartegen dient u zich met alle zorg en toewijding te verzetten. Tot nu toe zijn de eerste akten van het toneelstuk geslaagd. De concurrentie van het Collège Royal zal tot het begin van het toneelstuk aanzetten, uw waakzaamheid zal het een einde bezorgen dat applaus verdient. Het ga u goed. Freiburg im Breisgau, [17 maart] in het jaar 1530Ga naar voetnoot2. |
|