De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2447 Aan Lazare de Baïf
| |
[pagina 243]
| |
wen, namelijk ophouden mij driewerf grootste te noemen.Ga naar voetnoot3. Maar zoals ik toegeef dat ik vaak naar brieven van u heb verlangd nadat u mij met één brief uw talent had laten proeven, zo ik heb ik u nooit, zoals u zegt, een luiaard genoemd. Want ik wist dat, zelfs als u niets schreef, u nooit in genegenheid en verplichtingen tekortschoot. U lijkt mij gelukkiger dan het doorsnee soort mensen, omdat u beseft hoe gelukkig u bent. Wat kon u van de hemelbewoners meer wensen dan dat u vergund is uw vrije tijd voor de letteren te beschermen tegen bezigheden voor de koning, en dat u, zoals u schrijft, vrije tijd met waardigheid hebt verkregen? De stand van zaken bij mij, mijn beste Baïf, is volledig tegengesteld aan die van u. Ik heb bezigheden zonder waardigheid, behalve dat ik alles wat mijn oprechte vrienden hebben verkregen als van mij beschouw. Ik wens zelfs de letteren geluk omdat Frans, de beste en grootste van de koningen, de bescherming hiervan tegen de arrogantie van de vrienden van barbaren niet voldoende vindt, als hij deze niet tot zo'n waardigheid verheft dat zij door hun eigen glans luidruchtige en duistere figuren moeiteloos verdrijven. Ik ben verheugd dat u overweegt drietalig te zijn. EliasGa naar voetnoot4. ken ik niet, in Venetië was ik erg gesteld op Egnazio, een even vriendelijk en rechtschapen als geleerd iemand en, als ik mij niet vergis, was het wederzijds. Ik denk dat ik Lazzaro Bonamico in Padua in het huis van Marcus Musurus heb gezien; als jongeman gaf hij toen al blijk van zeer veel geleerdheid en beschaving. Mocht een of andere god mij maar toestaan, dat ik in zo'n gelukkig gezelschap kon verkeren. Want hier dreigen voorboden van gebeurtenissen met een buitengewoon rampzalige oorlog, tenzij een of andere gunstig gezinde godheid het tafereel van menselijke zaken verandert. BenoîtGa naar voetnoot5. heeft uw brief getrouw bezorgd; maar hij gaf ook een klein commentaar over soorten vazenGa naar voetnoot6. waarop u een tijd geleden in uw brief aan mij liet hopen, tegelijk met een boekje over kledingGa naar voetnoot7. dat u op enkele plaatsen eigenhandig had verbeterd. Maar omdat de appendix,Ga naar voetnoot8. behalve dat het door uw secretaris onzorgvuldig was geschreven, ook onvoltooid leek, durfde ik het niet aan drukkers toe te vertrouwen. Maar omdat hij voortdurend beweerde dat u hem het boek had gegeven om, als ik dat wilde, hier te laten drukken, heb ik het zorgvuldig doorgelezen; en als ik had ontdekt dat er | |
[pagina 244]
| |
door onwetendheid van de secretaris een fout was gemaakt, heb ik het verbeterd en aan Froben doorgegeven. Als Benoît mij heeft bedrogen, zal ik mijn toevlucht nemen tot uw vriendelijkheid en proberen mijn fout en straf af te wenden. Maar als hij mij niet heeft misleid en u niet beledigd bent, zal ik een reden hebben om verheugd te zijn. Niettemin staat het u vrij het werk naar eigen goeddunken af te maken en het daar bij u te laten drukken. Ik verzoek u Lazzaro namens mij hartelijk te groeten. Want zelf schrijf ik nu aan Egnazio.Ga naar voetnoot9. Het ga u goed, zeer illustere heer. Freiburg im Breisgau, 13 maart in het jaar 1531 na de geboorte van Christus |
|