De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2434 Aan Simon Grynaeus
| |
[pagina 197]
| |
diensten betreft, heb ik hem geadviseerd alleen reisgeld te verkrijgen. Niets anders dan christelijke barmhartigheid heeft mij hiertoe aangezet. Hier heerste de pest en ik zag een jongeman voor me in een vreemde streek, onbekend met de taal, bij niemand bekend, hulpeloos, terwijl hij geen cent had en dat in de winter. Wat had ik moeten doen? Hij lijkt aangenaam te zijn behandeld door degenen bij wie hij leefde, en als hij een sterk verlangen had mijn dienaar te zijn, zou ik overwegen ofik hem moest ontvangen. Hij kende slechts één taal, hij kwam hier lichamelijk verzwakt uit Parijs, zelfs niet met één enkel woord door iemand aanbevolen. Omdat hij weinig geneigd lijkt om te dienen, hoeven we over hem niet na te denken. Er blijft over dat hij weggaat als hij voor u tot last is, of blijft als u dat geen nadeel oplevert. Maar indien evangelische naastenliefde u ertoe beweegt een hulpeloos iemand te onderhouden totdat een groter geluk van elders hem tegemoet straalt, zal ik van mijn kant uw menslievendheid prijzen, maar niet toestaan dat u zijn naam in uw dagboek opneemt. Dat is wat ik te zeggen heb over Claude, die u, als u hem wegstuurt, naar mijn mening vriendelijk moet wegsturen. De mening had bij mij postgevat - ik weet niet waarvandaan - dat men in het Grieks orè chrusôn (‘bergen van goud’) zegt, maar een voorbeeld kon ik niet vinden.Ga naar voetnoot3. Chrusôn reëthra (‘rivieren van gouden dingen’) viel te rechtvaardigen. Maar ik heb liever chrusou reëthra (‘rivieren van goud’), wat geen verwijzing nodig heeft omdat het zeker is. AretinoGa naar voetnoot4. heeft twee boeken Oeconomica vertaald, maar een ervan heeft toch niet de stijl van Aristoteles. Slechts het eerste boek is van de Griekse auteur. Het tweede boek dat daarop volgt, heeft een heel verschillende inhoud. Budé heeft Over het heelal vertaald. Het is niet van Aristoteles, evenmin als Retorica voor Alexander. Het leek me goed uw aandacht hierop te vestigen, indien u in uw voorwoord de lezer erop zou willen wijzen.Ga naar voetnoot5. U dient het mij niet kwalijk te nemen; ik had geen tijd dit over te lezen omdat ik met enorme werkzaamheden word overstelpt. Het ga u goed, voortreffelijk heer en mijn dierbare vriend, Uw Erasmus van Rotterdam |
|