De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdDesiderius Erasmus van Rotterdam groet de hooggeachte bisschop en zeer illustere vorst Konrad, bisschop van Würzburg, hertog van FrankenIk beschouw het, hooggeachte bisschop, als een buitengewoon geluk, dat zo'n grote vorst als u zich heeft verwaardigd deze onbelangrijke man van de laagste onder uw protegés, zo welwillend als u bent, in vriendschap met u op te nemen, en dat u wilde dat dit ook met niet alledaagse bewijzen werd aangetoond. Desondanks heb ik het niet als een even groot genoegen ervaren, dat ik de gunst had verkregen van een man die machtig is door de hoogste waardigheid van beide standen en vooral beroemd om de zeer oude stamboom van zijn voorvaderen, en dat ik hierdoor goede hoop kreeg dat eens deze storm van de christelijke godsdienst voor ons in rust zou veranderen, toen ik zag dat de belangrijkste personen die aan het roer van de kerk zaten, de Heilige Schrift en ware vroomheid ter harte gingen. Maar ik zou met het volste recht ondankbaar lijken, als ik met mijn onachtzaamheid toestond dat zo'n gewenste weldaad, die u met uw buitengewone vriendelijkheid, eerder door een onbelangrijke gelegenheid hierop geattendeerd dan hiertoe nadrukkelijk verzocht, zo liefdevol hebt aangeboden, aanzien verliest. Want zoals welwil- | |
[pagina 171]
| |
lendheid van mensen door een langdurig zwijgen, of zoals de Grieken eleganter zeggen met aprosêgoria,Ga naar voetnoot1. eerst bekoelt en vervolgens langzaam afsterft, zo wordt zij door het uitwisselen van brieven en kleine diensten die heen en weer gaan, gevoed en versterkt. Maar om te voorkomen dat ik mij met een nietszeggende brief tot uwe hoogheid zou richten die geen ander doel heeft dan een eenvoudige plichtpleging van een begroeting, heb ik er een psalm bijgevoegd die ik in een recent werkje heb uitgelegd met de bedoeling, dat het niet alleen u aan uw protegé herinnert maar ook als een geschenk kan worden opgeborgen en, telkens als u het tevoorschijn wilt nemen, u enig genoegen zal bezorgen wanneer u door zorgen bent vermoeid, of enig nut wanneer u zich van publieke naar meer heilige zaken terugtrekt - als het tenminste überhaupt iets bevat wat voor zo'n belangrijke bisschop van enig nut kan zijn. Ik hoop in ieder geval dat via u anderen er veel profijt van zullen hebben. Ik twijfel er niet aan dat u als een uitmuntende herder al wat op enige manier de vroomheid van de kudde van de Heer helpt of stimuleert, tot uw winst rekent. Ik bid dat de hoogste leider van de herders om dit te bevorderen en te beschermen u zo lang mogelijk veilig en gezond laat leven. Het is een heel oude gewoonte dat cliënten en vrijgelatenen van tijd tot tijd door het sturen van een klein geschenk van hun dankbaarheid jegens hun beschermheren getuigen. Beschouw dit geschenkje daarom als afkomstig van een beschermeling met een gering vermogen, maar een toegewijd hart. Freiburg im Breisgau, 21 februari 1531 |