2420 Van Bonifacius Amerbach
Bazel, 27 januari 1531
Hartelijk gegroet. Kort geleden heb ik jou, zeer illustere Erasmus, een brief van SadoletoGa naar voetnoot1. gestuurd, die aan jou was gericht. Nu is zojuist een priester verschenen die - om een juridische term te gebruiken - met een tamelijk gunstig document op het punt stond naar Freiburg te vertrekken; andere brieven uit Parijs worden bezorgd. Als je ze wilt beantwoorden, kun je dat binnen acht dagen doen.Ga naar voetnoot2. Want de koerier verzekert dat hij zo lang hier zal blijven. Ik heb nu geen tijd om verder te schrijven, tenzij je het oude liedje zou willen horen: ‘Ik ben de uwe, ik verlang de uwe te zijn’. Er is niets dat ik niet omwille van jou graag en van harte zal doen. Maar omdat je, naar ik hoop, hiervan al lang volledig overtuigd bent, zou het bezwaarlijk zijn jou met hetzelfde opnieuw lastig te vallen, want al wat overmatig is komt ongelegen.
Het ga je goed, zeer illustere Erasmus, en wees op mij gesteld zoals jij doet
Bazel, 27 januari 1531. De hartelijke groeten aan Glareanus.
Van harte je Bonifacius Amerbach