De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2410 Aan Antoine d' Albon
| |
[pagina 125]
| |
zij op de oren en ogen van mensen zoals u niet geheel en al ongepast kunnen overkomen. Er zijn nu twee zaken waarvoor ik mij, naar ik meen, niet uitvoerig hoef te rechtvaardigen, als ik uit uw brief uw karakter voldoende heb ontwaard. Ik heb Maillard, zo'n voortreffelijk iemand en zo nadrukkelijk door u aanbevolen, heel afstandelijk ontvangen - ik weet het. Maar de toestand van mijn gezondheid dwingt me om me volledig van dit soort plichtplegingen te onthouden, zelfs zo dat, toen Christoph von Stadion, bisschop van Augsburg - een man die niet alleen door zijn afstamming veel aanzien geniet, maar ook door zijn volmaakte geleerdheid en andere deugden die een bisschop passen zeer wordt geëerd - hier kort geleden was gekomen enkel en alleen om Erasmus te zienGa naar voetnoot2. en een eergeschenk meebracht waarvan het niet ongepast zou zijn dat een machtige koning het aan een machtig iemand gaf, ik hem veel afstandelijker heb ontvangen dan Maillard. Want ik heb hem niet voor een maaltijd en voor een beker wijn uitgenodigd en hem niet meer dan tweemaal de gelegenheid gegeven mij te ontmoeten. Ik verafschuw niet deze onvriendelijkheid, maar deze schijn van onvriendelijkheid. Ik moet echter dit ongemak voor lief nemen of mijn leven niets waard achten. Soms probeer ik met al mijn bijeengeraapte moed een vriendelijk iemand te spelen, maar weldra is dan AteGa naar voetnoot3. aanwezig. Wat de andere zaak betreft: neem van mij aan dat de verontschuldiging meer gerechtvaardigd is dan u zou willen - ik weet het heel goed. Er zijn al zeven maanden verstreken waarin ik uwe hoogheid geen brief heb gestuurd. Was het maar mogelijk geen andere reden op te geven dan gebrek aan koeriers of mijn studieuze bezigheden. Maar ik was tegen april nauwelijks hersteld van de loomheid die mij trof toen Maillard hier was, toen plotseling heel milde, maar schadelijke winden mij weer ziek maakten. Eerst waren het kolieken, een kwelling wreder dan de dood. Daarop volgde een abces onder de navel. Vervolgens kreeg ik met artsen en een heel wrede chirurg te maken. Er zou geen einde aan komen, als we geen insnijding in de maag hadden gemaakt. Met dit soort dood volbracht de heilige Erasmus zijn martelaarschap. Ongeveer vijf maanden heb ik met deze kwaal geworsteld, waarvan ik ten slotte zo ben ontslagen dat hij mij zwakker heeft gemaakt.Ga naar voetnoot4. Was het maar mogelijk uw TempeGa naar voetnoot5. en uw l'Île-Barbe,Ga naar voetnoot6. meer in naam dan | |
[pagina 126]
| |
in werkelijkheid, te bezoeken. Want ik kijk al lang uit naar een dergelijke woonplaats waar mijn hoge leeftijd, vermoeid door inspanningen en twisten, tot rust kan komen. Veel mensen nodigen mij uit, maar mijn hart neigt door een onbestemd gevoel naar Frankrijk,Ga naar voetnoot7. niet alleen vanwege de wijn,Ga naar voetnoot8. hoewel dit een rol speelt. Want deze zomer scheelde het weinig of ik was van dorst omgekomen, terwijl ik helemaal geen drankzuchtig iemand ben. Ik zou naar Besançon zijn verhuisd, maar dat was niet raadzaam vanwege een conflict dat, naar men zei, toen tussen het stadsbestuur en kanunniken voortwoekerde.Ga naar voetnoot9. Dikwijls verlangde ik naar Lyon, maar ik werd deels door de lengte van de reis afgeschrikt, deels door het feit dat daar voor mij niets gereed was en deels door de oorlog, die er naar men zei tussen de inwoners van Savoie en de mensen uit Bern bestond. Ik was vastbesloten op 1 september daarheen te verhuizen,Ga naar voetnoot10. want hier woedt naast een hoge prijs voor of een gebrek aan al wat nodig is een verderfelijk pest en men vreest voor een evangelische oorlog - want zo wil men hem noemen. Maar op dat moment kwam er een brief van het hof van de keizer, die mij adviseerde vóór de afloop van de Rijksdag nergens heen te gaan. Als er gevaar voor een oorlog bestond, zouden ze mij op tijd waarschuwen.Ga naar voetnoot11. Omdat veel mensen hetzelfde liedje zongen, gehoorzaamde ik en ik heb spijt van mijn inschikkelijkheid. Want ondertussen is de winter ingevallen, de pest gaat heel meedogenloos tekeer en het is nog niet erg duidelijk wat de afloop van deze Rijksdag zal zijn. De Zwinglianen hebben niet gedaan gekregen dat naar hen werd geluisterd.Ga naar voetnoot12. De Lutheranen kregen toestemming hun artikelen te presenteren en als hun een kort antwoord hierop was gegeven, zou de keizer zijn besluit bekend maken. Omdat men niet tot overeenstemming kwam, werd de zaak aan enkele vorsten die uit beide partijen waren gekozen, overgedragen in de hoop dat zij, als het mogelijk was, het meningsverschil zouden bijleggen. Toen men met meer mensen niets bereikte, werd de zaak aan zes vooraanstaande personen overgelaten.Ga naar voetnoot13. Men was met de zaak bijna tot een akkoord gekomen, behalve dat de lutherse vorsten niets wilden horen van | |
[pagina 127]
| |
een teruggave en het wegsturen van vrouwen van priesters. Uiteindelijk besloot de keizer dat steden die de nieuwe leerstellingen hadden aanvaard, zich moesten aanpassen aan de riten van de andere kerken. Hiervoor werd een periode van zes maanden gegeven, dat wil zeggen tot aan de Idus van april.Ga naar voetnoot14. De evangelische vorsten namen aanstoot aan twee bepalingen van de keizerlijke beslissing. De ene was dat daarin hun gemeenschap een sekte werd genoemd, de andere dat eraan was toegevoegd, dat de leer van de Lutheranen op basis van de Heilige Schrift voldoende was weerlegd. Zij aanvaardden dit niet en zeiden dat ze niet alleen geloofden, maar ook wisten dat hun leer op de fundamenten van de evangeliën en de apostelen steunde, en dat met groot zelfvertrouwen in aanwezigheid van de keizer. Zeer verontwaardigd ontving de keizer deze uitspraak. Zij keerden naar hun woonplaatsen terug.Ga naar voetnoot15. De laatste beslissing is nog niet bekend gemaakt, hoewel het geen geheim is wat deze zal zijn.Ga naar voetnoot16. Want nu al worden de vorsten en de steden geteld die bij de keizer of bij de sekten willen blijven. Waarop dit zal uitlopen weet God, maar intussen gebeurt toch in alle ernst het volgende. De keizer heeft van de paus de kroon ontvangen waarbij geen enkel deel van de ceremoniën achterwege is gebleven, behalve dat de gebeurtenis niet in Rome heeft plaatsgevonden.Ga naar voetnoot17. Ferdinand is tot aartshertog van Oostenrijk uitgeroepen en moet binnenkort tot rooms koning worden gekozen, met plechtige ceremoniën.Ga naar voetnoot18. De TurkenGa naar voetnoot19. hebben Oostenrijk erbarmelijk behandeld en onlangs ook Moravië; ze zullen grotere wreedheden begaan als God het niet voorkomt. Sommigen bedreigen ook de koning van Engeland, omdat hij van plan is van zijn vrouw te scheiden. Ik ben verheugd dat uw Frankrijk vrij van deze rampen is, en moge dit altijd zo blijven. Er is beslist geen laatste woonplaats voor mijn ouderdom die ik liever zou krijgen. Geldgebrek heb ik niet erg, want ik ben iemand die met weinig tevreden is. Ik verlang naar een rustige haven aangezien alleen God een einde aan de onlusten in Duitsland kan maken. Als u zo vriendelijk wilt zijn deze brief te beantwoorden, zult u mij veel troost bieden. Laat Maillard, als hij klaagt dat hij geen brief heeft ontvangen, bedenken dat deze brief ook voor hem is geschreven, omdat bij dergelijke vrienden toch zeker alles gemeenschappelijk is. Moge de almachtige Christus u beiden in goede gezondheid bewaren. Freiburg im Breisgau, 27 november 1530 |
|