De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2401a Van Léonard de Gruyères
| |
[pagina 104]
| |
den, die te koop was dankzij de schoolleider Étienne Desprez, iemand die beslist zeer op u is gesteld en een zeer hoge achting voor u heeft. Deze wijn zal voor u in uw toestand geschikt zijn. U kunt hem gebruiken zolang de jonge wijnen rijpen. Toen uw bode, een jongeman uit Polen,Ga naar voetnoot2. hier kortgeleden kwam, was ik niet in de stad. Anders had ik ervoor gezorgd dat hij niet met lege handen naar u terugkeerde. Ik verbleef toen bij de koning van Frankrijk als gezant van de keizer. Nu vervult de thesaurier FrançoisGa naar voetnoot3. deze functie. Als hij hier aanwezig was, zou hij u omdat hij een grote vriend van u is een of ander vat wijn hebben geschonken. Ik zal ervoor zorgen dat uw brief bij hem wordt bezorgd tegelijk met uw werkje, te weten uw antwoord op het verweerschrift van de Straatsburgers.Ga naar voetnoot4. U schrijft tot slot dat, als de hovelingen van de keizer u niet hadden tegengehouden, u op 1 september naar Brabant zou zijn gegaan. Ik zou het beslist onaangenaam vinden als u zo ver van ons vandaan ging. Het gerucht deed de ronde dat u vanuit uw woonplaats naar Dijon zou gaan. Des te meer verheugd was ik hierover, omdat ik hoopte dat u, als dat zo was, hier langs zou komen en ik intussen de mogelijkheid had u te zien. Wat er ook gebeurt en waar ter wereld u ook maar verblijft, altijd zult u uw zeer toegenegen vriend Léonard hebben, van wie u kunt verwachten dat hij u alles belooft en alle vriendendiensten bewijst. Het ga u goed, glorie van de letteren en bij uitstek sieraad van onze tijd. Besançon, daags voor het feest van Simon en Judas 1530 |
|