2401 Van Ulrich Zasius
Freiburg, 26 oktober 1530
Gegroet. Ik kan het, grote Erasmus, alleen maar in hoge mate betreuren dat jij door mensen van gering aanzien zo wordt gekweld, dat je gemeend hebt tot arbitrage te moeten overgaan.Ga naar voetnoot1. Want wie zou niet degenen vervloeken die om je serene rust te verstoren niet zozeer jou een proces willen aandoen als wel doorgaan geld af te persen, terwijl jij van vrede houdt en überhaupt bij niemand een aanleiding wil laten ontstaan - om niet te spreken van aanleiding geven jou lastig te vallen. Maar deze tijden van grote onrechtvaardigheid zijn zo, dat hoe brutaler iemand is, hij met des te meer verering in zijn verdorvenheid wordt aangemoedigd, en dat goede mensen daarentegen meer worden vernederd, lastiggevallen en met de smerige mond van schurken bespuugd.
De arbitrage waarmee jij hebt geprobeerd je van de hinder van die rusteloze man te bevrijden, keur ik niet alleen maar goed, maar juich ik ook bijzonder toe. Want ook onze UlpianusGa naar voetnoot2. prijst de bescheiden gedachte van degene die processen verfoeit en eerder bereid is zijn vermogen en bezittingen kwijt te raken dan processen tegen hemzelf te accepteren. Laten de slechteriken echter, die beroemde mensen van wie jij de belangrijkste bent, zonder gegronde reden lastig vallen, dit inzien. Maar waarom, grote Erasmus, bekommer jij je dermate om die beruchte lieden of ben je zo bang voor hen? Als degenen die jou slecht gezind zijn, tegen mij tekeer gingen, zou ik van mijn kant zo sterk op hen neerzien dat ik hen geen gesprek waard achtte, laat staan dat zij over mijn drempel kwamen of mijn gastvrijheid genoten. Maar jij verkeert niet in gevaar en hebt zo'n uitmuntende reputatie dat degene die jouw naam wil aanvallen, met instemming van alle geleerden direct als met een voorlopig vonnis moet worden afgewezen. Laten jouw vastberadenheid, je uitmuntende geleerdheid en je onbaatzuchtige rechtschapenheid je troosten, moed bezorgen, opbeuren, steunen en aanmoedigen; trek je helemaal niets aan van de leugens van de schurken.
Ik die jou als een godheid vereer, zou hierover meer schrijven, maar ik wil je niet langer met mijn kletspraat vermoeien. Het ga je goed. Wees niet bang voor degene die een procedure wegens onrecht tegen je dreigt aan te spannen; laat hem komen als hij tenminste durft te komen, en hij zal ondervinden dat Zasius jouw advocaat tot zijn nederlaag is. Je woont in Freiburg, niet in Bazel, en je leeft onder de meest rechtvaardige vorst.Ga naar voetnoot3. Laat je tegenstan-