2378 Aan Bonifacius Amerbach
[Freiburg, september 1530]
Hartelijk gegroet. Als jouw bijzondere wijsheid mij niet door en door bekend was, zou ik je adviseren je vrijmoedige taalgebruik te matigen, wanneer je althans in je woonplaats spreekt zoals je me schrijft. Het is nog niet duidelijk waar de situatie toe zal leiden.1. Er gloort enige hoop, weliswaar niet op vrede maar op het vermijden van oorlog. Eck heeft in Augsburg een misdaad begaan die bij hem past;2. daarover een andere keer. Ik wens jou en degenen die je dierbaar zijn alle goeds toe.
Mijn Quirinus3. heeft de naam Melchior vervangen voor die van Meltinger;4. hij is wel een verstandig iemand, maar niet op alle tijdstippen. Ik wacht af hoe mijn boek in de smaak valt.5. Opnieuw wens ik je het beste toe.
Ik stuur je opnieuw een exemplaar van de brief aan Alciati, omdat ik begrijp dat hij de eerdere niet heeft ontvangen. Ik vraag je ervoor te zorgen dat hij hem krijgt.