2376 Aan Krzysztof Szydłowicki
Freiburg, 2 september 1530
Erasmus van Rotterdam groet Krzysztof Szydłowicki, kanselier van Polen
Zeer illustere heer, Marcin Słap van Dąbrówka is een jongeman die mij om vele redenen zo dierbaar is en zo op mij gesteld dat hij, als hij mijn zoon was, mij geen grotere genegenheid had kunnen bieden en ik hem niet om meer diensten had kunnen vragen. Toen hij hier was teruggekeerd, maakte hij dat ik minder naar een brief van u verlangde. Zo zorgvuldig vertelde hij mij over uw onophoudelijke sympathie voor mij. Daardoor is het mij duidelijk dat u ons niet op een alledaagse wijze, maar van harte en met een vaststaand oordeel welgezind bent. Want zaken die zijn vervalst, zijn niet bestendig en gevoelens die niet op een oordeel zijn gebaseerd, kennen geen lange duur.
Vier maanden lang moest ik strijden tegen een zeer hardnekkige ziekte.Ga naar voetnoot1. Op kolieken in mijn ingewanden volgde een abces. En toen artsen mij bijna om het leven hadden gebracht, heeft een chirurg mij zelfs met nog meer wreedheid gemarteld. Maar dankzij Christus herstel ik geleidelijk aan en hervat ik mijn studies.
Ik weet en ben mij ervan bewust, achtenswaardige heer, wat ik aan de welwillendheid van de koning te danken heb en wat aan de uwe.Ga naar voetnoot2. Mijn goede wil staat al een tijdlang gereed voor de strijd en wacht op wat u opdraagt. Als u van mening bent dat ik iets kan doen wat het hart van de koning niet onwelgevallig is, geldt het voor mij als een weldaad als u mij er attent op maakt.
Wij wachten hier al een tijdlang op het resultaat van het overleg van de vorsten.Ga naar voetnoot3. De keizer, een bijzonder godsdienstig iemand, lijkt alles te zullen doen zoals de paus voorschrijft. De zaak is gered als de paus niets anders gelast dan wat Christus welgevallig is. Ik denk dat dit beslist zal gebeuren,