2372 Van Bonifacius Amerbach
Bazel, 31 augustus 1530
Hartelijk gegroet. Op dit moment heb ik, zeer illustere Erasmus, niets te schrijven, tenzij je tijd hebt om iets over de militaire heldendaden van Oecolampadius te horen. Onlangs hebben de consul van het afgelopen jaar en de tribuunGa naar voetnoot1. op bevel van het stadsbestuur een leger gerekruteerd van burgers die gewapend naar een kerkwijding in Liestal - een stadje in ons gebied - wilden optrekken. Op de afgesproken dagGa naar voetnoot2. was hij ook aanwezig om te zorgen dat zijn volgelingen in de stoet werden opgenomen. Als je aanwezig was geweest had je hem een legeraanvoerder genoemd, omdat hij midden tussen de consul en de tribuun door de hele stad op de heen- en terugweg het voetvolk te paard volgde. Maar bij zijn terugkeer na de avondmaaltijd betrad hij onder trommelgeroffel en begeleid door consuls als eerste de markt. Terwijl de evangelische herautGa naar voetnoot3. naar de spelen keek die tot diep in de nacht voortduurden, liet hij een opvallend schouwspel van zichzelf zien, omdat hij zogezegd in togaGa naar voetnoot4. het masker van een danser voor zich hield.
CapitoGa naar voetnoot5. is gisteren gearriveerd. De reden hiervan kon ik nog niet achterhalen. Nu wordt bericht dat hij met Oecolampadius op weg is naar Zürich. Het werkje van Oecolampadius Quid veteres tum Graeci tum Latini de Eucharistia senserintGa naar voetnoot6. stuur ik je toe, want ik twijfel of je het al hebt gezien. Als ik me niet vergis, is er een reden waarom het door jou gelezen moet worden. Voor de ApologiaGa naar voetnoot7. van Zasius betuig ik je mijn dank, en wel de grootst mogelijke. Het ga je goed, zeer vermaarde Erasmus. In haast, te Bazel, 31 augustus 1530
Je toegenegen Bonifacius Amerbach