2365 Aan Philipp Melanchthon
Freiburg, 17 augustus 1530
Erasmus van Rotterdam aan Philipp Melanchthon te Augsburg
Als mijn brieven enig gewicht hadden, zou alles eerder kunnen gebeuren dan dat men aan een oorlog begon. Dat ik bij jou mijn ergernis over de aanhangers van Zwingli heb laten blijken, deed ik niet alleen terecht, maar ik hinderde daarmee ook jouw zaak niet. Voor de vorsten zing ik hetzelfde lied, namelijk dat niets minder belangrijk is dan de zaak met het zwaard te beslissen. Er zijn mensen die zelfs enige hoop op vrede laten zien, maar ik vrees dat deze ijdel is, zoals het voorspel van het drama tot nog toe laat blijken. Had Luther hieraan maar op tijd gedacht! Maar hij is een slaaf van zijn karakter. De andere predikersGa naar voetnoot1. willen liever oorlog voeren dan de twist bijleggen. Zij beloven zichzelf een gegarandeerde overwinning en zullen vluchten als er iets anders gebeurt. Als men tot afspraken komt zal het met hun heerschappij zijn gedaan.
Tijdens deze bijeenkomstGa naar voetnoot2. heb ik niets aan de keizer en Ferdinand geschreven om te voorkomen dat ik mij uit mezelf in een gevaarlijke zaak zou mengen. Velen schreven ‘Was je hier maar aanwezig!’ Niemand beval mij in de naam van de keizer aanwezig te zijn.Ga naar voetnoot3. Ik weet heel goed dat dit gebeurt naar de wens van bepaalde lieden die mij niet erg welgezind zijn. In ieder geval heeft EckGa naar voetnoot4. enkele opvattingen van mij bij die van de ketters ondergebracht, behalve dat hij in plaats van Erasmus ‘iemand’ zegt. Dit had ik van hem nooit verwacht. Bucer, een onvoorspelbaar iemand, heeft met zijn vriend Vulturius,Ga naar voetnoot5. een drankzuchtig en onstuimig leeghoofd, zijn wijsheid laten zien. Toch zal geen persoonlijk ondergaan onrecht mij er toe aanzetten om de aanstichter van een oorlog te zijn. Terwijl ik al lang verlangde uit Duitsland te vertrekken heeft nu de noodzaak mij hiertoe aangezet. Wij hebben hier nauwelijks iets te eten of te drinken; wat zou er in een oorlog gebeuren? Toch zie ik nergens een veilige haven.Ga naar voetnoot6. Het evangelieGa naar voetnoot7. heeft voor ons deze tijd voortgebracht.
Ik heb al via Stiebar geschreven, maar kort.
Het ga je goed, Freiburg, 17 augustus 1530
Ik heb de brief niet nagelezen, het spijt me.