De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 17. Brieven 2357-2515
(2019)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermdErasmus van Rotterdam groet de eerwaarde vader en zeer illustere heer Christoph von Stadion, bisschop van AugsburgEen tijd geleden hebben wij, zeer illustere bisschop, een uitgave laten verschijnen van de meest welsprekende kerkleraar Hieronymus,Ga naar voetnoot1. de zeer misvormde tekst van fouten ontdaan, van wat overal verspreid was een geheel gemaakt en van wat onverzorgd was iets schitterends en prachtigs. Met evenveel waardigheid lieten wij die klankrijke bazuin van de katholieke kerk HilariusGa naar voetnoot2. verschijnen. Wij verzorgden een uitgave van de felste verdediger van het katholieke geloof, Augustinus.Ga naar voetnoot3. Wij publiceerden de even dapper als verfijnd sprekende martelaar Cyprianus.Ga naar voetnoot4. Nu verschijnt de heilige Johannes Chrysostomus, de honingzoete prediker en onvermoeibare heraut van Christus, aan wie volledig terecht de bijnaam GuldenmondGa naar voetnoot5. is toegekend vanwe- | |
[pagina 16]
| |
ge zijn zeer wijze welsprekendheid en zeer welsprekende wijsheid. Sommigen noemen hem Maximus, ‘de grootste’. Naar ik hoop zullen honderden geleerden hem met des te meer enthousiasme ontvangen omdat de onvergelijkelijke bisschop onder de gelukkige bescherming van de meest geprezen prelaat het licht ziet. Want tussen u beiden bestaan veel overeenkomsten - een integere levenswijze, liefde voor de Heilige Schrift, de gave van een juist oordeel, onafhankelijke verkondiging van de waarheid en een niet alledaagse toewijding aan Christus' bruid de kerk. Met verscheidene andere deugden die bij een bisschop passen, onderscheidt u zich zelfs zo dat te midden van al uw luister de roem van uw geslacht en de glans van de overige zegeningen van het geluk, waarvan het veronachtzamen mooier is dan het bezit ervan, het kleinste aandeel vormen. Zelfs de gaven van uw geest verminderen uw buitengewone bescheidenheid niet, omdat u terdege beseft dat het gratis geschenken van God zijn, aan u toevertrouwd om te gebruiken. Intussen zou iemand kunnen zeggen: ‘Ach, wat voor belangrijks geeft u ons als u Chrysostomus geeft, die al zo vaak is gedrukt?’ Ik zal mij niet met het gebruikelijke excuus verdedigen dat al wat door drukkers met een luisterrijke en vriendelijke naam wordt uitgebracht, zichzelf aanbeveelt. Ik zal niet vermelden hoeveel aanzien de delen hebben gekregen door het grote papierformaat en de sierlijke en statige letters. Zoals deze zaken drukkers nauwelijks te geloven kosten bezorgen, zo verlenen zij aan zo'n uitmuntende leraar niet weinig aanzien en nodigen zij de anders verwaande lezer als met een zeker lokmiddel uit. Dat zijn uiterlijkheden, geef ik toe, maar ik zal pas dan toegeven dat ze geen enkele waarde hebben, als een smerig gewaad, een ongewassen gezicht en ongekamde haren het aantrekkelijke van een mooie gestalte niet verbergen en als verzorging en achtenswaardige elegantie geen enkele aanbeveling daarvoor vormen. Maar deze zaken zal ik, zoals ik zei, op dit moment niet ter sprake brengen; ik zal het over zaken hebben die voor het onderwerp meer van belang zijn. In de eerder verschenen werken van de heilige Chrysostomus hebben de vertalers die zijn overgebleven ieder hun eigen editie zorgvuldig uitgegeven, wat ik ook met alle aandacht heb gedaan. Onder de oude vertalers zijn er velen die onvoldoende Grieks en Latijn kenden. Hun vertaling is door geleerden na het collationeren van Griekse handschriften op zeer veel plaatsen verbeterd. Een voorbeeld hiervan is Anianus,Ga naar voetnoot6. die bij de vertaling van de commentaren op Matteüs direct over de drempel struikeldeGa naar voetnoot7. doordat hij deuteron ploen vertaalde met ‘tweede rijkdom’,Ga naar voetnoot8. terwijl het in het Grieks ‘tweede | |
[pagina 17]
| |
vaart’ of ‘scheepsreis’ betekent. Zo ook de passage bij Francesco AretinoGa naar voetnoot9. direct bij het begin van de commentaren op de eerste brief aan de Korintiërs, waar hij oiêsis vertaalde met ‘mening’ in plaats van met ‘hoogmoed’. Laat dit als voorbeeld voldoende zijn, want het is hier niet mijn bedoeling alle fouten van de vertalers op te noemen; het aantal is ontelbaar. Voor de zes ongelukkig vertaalde boeken De dignitate sacerdotali (‘Over de waardigheid van het priesterschap’) hebben wij de zorgvuldige vertaling van Germain de BrieGa naar voetnoot10. daarvoor in de plaats gezet; zijn Babylas hebben wij daar ook aan toegevoegd. Ten slotte hebben wij alles wat tot nu toe in druk was verschenen, van een belangrijke uitbreiding voorzien, zoals de commentaren op de eerste brief aan de Korintiërs die Francesco Aretino tot aan de twintigste homilie had voltooid. Dat deel kregen wij toegestuurd van John Fisher, bisschop van Rochester, in deze tijden voor de kerk een juweel zonder weerga.Ga naar voetnoot11. Wat ontbrak vulde Simon Gryneus aan, een man die in beide talen zeer bedreven is. Op dezelfde manier de commentaren op de tweede brief aan de Korintiërs, die ik tot aan de achtste homilie heb vertaald en waarmee ik graag verder was gegaan, als het taalgebruik bij mij niet het vermoeden had gewekt dat dit geen echt werk van Chrysostomus was.Ga naar voetnoot12. Wat overbleef heeft een ander, die niet ongeletterd is, vertaald.Ga naar voetnoot13. Aan de commentaren op de Handelingen hebben wij twee homilieën toegevoegd naast degene die wij eerder hadden gepubliceerd.Ga naar voetnoot14. Maar ook hier bracht dezelfde reden die ik zojuist noemdeGa naar voetnoot15. mij ertoe van mijn plan af te zien. Er zijn vrienden die ons uit Italië ook andere werken van Chrysostomus beloven.Ga naar voetnoot16. Als het lukt deze te verkrijgen - en ik verwacht zeker dat het lukt en dat op korte termijn - zullen wij deze voor degenen die zich op de christelijke filosofie toeleggen, beschikbaar stellen. Ik stel vast dat de onverschilligheid voor, of liever de ondergang van de christelijke vroomheid als | |
[pagina 18]
| |
oorzaak heeft dat het volk niet voortdurend met Gods woord wordt gevoed en dat degenen aan wie deze taak is opgedragen helemaal zwijgen of de Schrift anders behandelen dan ze zouden moeten doen. Zij doen dat uit onwetendheid of omdat zij de winst uit tienden belangrijker vinden dan die van zielen. Is er niemand in onze tijd om deze prediker na te volgen terwijl Thomas en Scotus zoveel navolgers hebben? Toch is deze beminnelijke kerkleraar door zoveel rukwinden heen en weer geslingerd, door zoveel stormen geteisterd, uitgewezen, teruggeroepen en met meer ophef weer in ballingschap gestuurd. Maar uit hetgeen ik u voorleg zult u de levensloop en de uitmuntende gaven van Chrysostomus uitvoeriger te weten komen. U hebt nu een lange en een vervelende mengelmoes van een voorwoord, hooggeachte bisschop. Maar het aangename taalgebruik van Chrysostomus zal deze tegenzin moeiteloos laten verdwijnen. Ik zal u niet langer daarvan afhouden. Moge de Heer uwe eerbiedwaardige eminentie altijd bewaren en beschermen. Freiburg im Breisgau, 5 augustus 1530 |
|