2357 Van Philipp Melanchthon
Augsburg, 1 augustus 1530
Philipp Melanchthon aan Erasmus van Rotterdam
Ik zou nooit hebben geloofd dat zoveel onstuimigheid en zoveel woede bij iemand terecht kunnen komen als ik bij Eck en enkelen van zijn aanhangers waarneem. Want de vorsten zelf verkondigen erg lankmoedige en gematigde opvattingen. Toch proberen die lieden hen met opvallende kunstgrepen daarvan af te brengen.
Ik hoor dat jij per brief de keizer aanspoort geen gewelddadige besluiten te nemen. Naar het mij voorkomt laat hij zich door een aangeboren goedheid ook tot gematigdheid en vrede leiden.Ga naar voetnoot1. Daarom hoop ik dat je brief bij hem zeer veel gewicht zal hebben, en ik vraag je dat jij de weldaad waarmee je voor het algemeen belang bent begonnen, voltooit en jij doorgaat de keizer onafgebroken aan te sporen. Je kunt niets doen dat beter bij je wijsheid en gezag past, niets dat jou bij al het nageslacht meer roem bezorgt dan met jouw toewijding deze woelingen tot bedaren te brengen.
Wij hebben onze zaakGa naar voetnoot2. eenvoudig en zonder iemand te beledigen naar voren gebracht. Hoewel iemand spottend kan opmerken dat een gematigde opstelling te laat komt, willen wij toch laten zien dat wij voor een vredesoverleg niet terugdeinzen, als er billijke voorwaarden worden voorgesteld. De huidige situatie laat zien dat een algehele verandering op handen is. Mogen de machthebbers haar zo sturen dat de kerk door een onverhoedse aanval niet instort! Daarom vraag ik je, voor zover ik daartoe in staat ben, door Christus dat je niet ophoudt de keizer aan te sporen om geen oorlog tegen zijn burgers te beginnen, die billijke voorwaarden niet weigeren te aanvaarden. Want onze mensen zijn er niet op uit om het bestuur van de kerk te ontwrichten.