De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2353a Aan Johann Rinck
| |
[pagina 308]
| |
te zien is. Zo ononverwinbaar als hij door zijn kracht en knots was, zo kan Rinck niet in beleefdheden of dienstbewijzen overtroffen worden. Het symbool van de adelaar, dat op uw wapenschild staat, past goed bij u. Niemand kan zo snel zijn om zich verdienstelijk te maken, of u bent hem voor. Voor mij voldeed enkel de wederzijdse genegenheid. Die zo aardige brief had als een groot geschenk kunnen gelden. Maar daarmee niet tevreden deed u er in uw goedheid een beker bij, uitzonderlijk mooi bewerkt en kostbaar. Ik steek mijn handen uitGa naar voetnoot3. naar Hercules en zal niet langer wedijveren, behalve op dit ene punt, dat ik niet de mindere lijk in genegenheid. Vrienden hebben mij steeds uitgebreid geschreven wat er tijdens de conferentie van de vorstenGa naar voetnoot4. besproken wordt. Als voornaamste punten zijn voorgelegd: in de eerste plaats dat de Duitsers hulp bieden tegen de razernij van de Turken; vervolgens dat er een eind wordt gemaakt aan de onenigheid die de sekten veroorzaken, zo mogelijk zonder bloedvergieten; in de derde plaats dat er rekening gehouden wordt met mensen die vinden dat ze onderdrukt worden. Om al die punten af te handelen zou amper een oecumenisch concilie van drie jaar toereikend zijn. Ik weet niet hoe de toekomst eruit zal zien; als God zich niet in het toneelstuk mengt, voorzie ik geen einde. Als de zaak bovendien niet aangepakt wordt volgens een unaniem besluit van alle delen van het rijk, zal ze op een opstand uitlopen. Sommigen verwachten dat er een schikking met de aanhangers van Luther getroffen kan worden, omdat zij geen buitensporige dingen vragen en zelfs de paus bereid is grote concessies te doen. Hij beschikt namelijk over kardinaal Campeggi in Augsburg, een zeer minzaam iemand, die me twee keer heeft geschreven. De bisschop van AugsburgGa naar voetnoot5. vindt het billijk dat er omwille van de eendracht enkele concessies worden gedaan; ze zeggen dat hij daarom bij sommigen als een aanhanger van Luther te boek staat, terwijl er geen heiliger en onkreukbaarder wezen bestaat dan die man. De aanhangers van Luther boden een samenvatting van hun geloof aan.Ga naar voetnoot6. Melanchthon heeft bij deze onderhandelingen de leiding; hij laat in een brief aan mij blijken dat hij niet helemaal wanhoopt. Wat de Zwinglianen betreft, de keizer kon het eerst niet opbrengen om hun audiëntie te verlenen; volgens zeggen is nu geregeld dat ook zij rekenschap van hun geloof afleggen.Ga naar voetnoot7. Daarvoor is Hedio gestuurd; want Capito heeft, naar ik hoor, die taak hardnekkig geweigerd. | |
[pagina 309]
| |
Heel wat mensen sporen me per brief aan om bij de rijksdag aanwezig te zijn; de keizer evenwel heeft me nog niet ontboden en als hij dat zou doen, heb ik een beter excuus dan ik zou willen. Want hoewel ik al voor de vierde maand ziek ben, lukt het me maar niet te herstellen. Eerst kwamen er als gevolg van een bepaalde wind, die zacht, maar vol besmetting was, darmkrampen op zoals ik nooit meegemaakt had. Die maakten me aan het overgeven, iets wat een mager lichaam zwaar valt, zoals Hippocrates schrijft.Ga naar voetnoot8. De totale ontregeling van mijn maag na het overgeven, pijn en het niet binnen kunnen houden van eten zorgden voor slapeloosheid. Daar kwam nog flink wat narigheid bij door de artsen. Op de krampen volgde een hard abces, dat zich enige tijd uitbreidde en toen de rechter zijde van de buik besloeg. Daarna sprong het over op de navel; het leek alsof een slang, met de bek onbeweeglijk bij de navel en met het midden van het lichaam in een kronkel, met de staart in de richting van de schaamstreek ging. Kort daarna draaide hij zich naar de linker zij, zodat hij bijna om de navel heen zat. Door voortdurende steken had ik zowel 's nachts als overdag geen rust. Er werd een chirurgijn bij gehaald, iemand van enige naam, voor zover die er hier zijn. Hij bracht me bijna om met zijn bijtende kompressen, omdat hij, hoewel iedereen protesteerde, geen onderscheid maakte tussen een zweer en een hard abces, dat je met milde en koude kompressen zacht moet maken en laten verdwijnen. Ik denk dat zij die in het vagevuur verblijven minder hoeven te lijden. Door zijn behandeling gingen bepaalde zachte delen zweren en droogde het abces alleen maar uit. Ondertussen beloofde hij allerlei prachtigs. Toen de zweer was opengesneden, stroomde er uit het zachte deel bloederige etter; uit het harde deel waar hij doorheen gesneden had, kwam alleen bloed. Na twee dagen stuurde ik de man weg, behandeld, maar niet genezen. Want hetzelfde abces zit er nog steeds, al is de pijn minder. De artsen moesten teruggeroepen worden. Toen ik het ergst ziek was, werd de enige dienaar die ik hadGa naar voetnoot9. (want de andereGa naar voetnoot10. was naar zijn geboortestreek teruggegaan) plotseling getroffen door de Engelse zweetziekte. Zo heeft het de Heer behaagd mij te treffen. Ik snak er al een hele tijd naar hiervandaan ergens anders heen te verhuizen. De stad is best mooi, maar niet erg levendig, aangezien ze niet direct aan de rivierGa naar voetnoot11. is gelegen, eerder geschikt voor studie; alles ongelofelijk duur, de mensen weinig gastvrij - zeggen ze, want ik heb tot nu toe van niemand | |
[pagina 310]
| |
veel last gehad. Maar ik zie nergens een rustige haven. Ik moet het hier uithouden totdat duidelijk is welke kant de rijksdag uiteindelijk op gaat. Sommigen voorspellen dat het vooral om het loskrijgen van geld zal gaan,Ga naar voetnoot12. dat de kwestie van de sekten naar een algemene synode zal worden verschoven en dat er voor priesters, bisschoppen, monniken en abten die verdreven en beroofd zijn mooie woorden zullen zijn. U hebt waarschijnlijk al de verschillende boekjes gezien die ik onlangs naar mijn hoofd geslingerd kreeg.Ga naar voetnoot13. Degene die dit werktuig in beweging bracht,Ga naar voetnoot14. is u bekend, als ik het wel heb. Vroeger was hij degene van mijn gezworen kameraden die vooropliep en amper verdroeg dat Erasmus werd genoemd zonder dat er een paar eervolle woorden aan voorafgingen; nu gedraagt hij zich als een doodsvijand of erger. Wie zou geloofd hebben dat zich in die halfdronken kerel zoveel vergif schuilhield? Er zijn heel veel van dat soort dingen die me volkomen vervreemden van hun koers. Ze haten iedereen die een andere opvatting heeft en toch ontkennen ze dat de vrije wil bestaat. Als God mij nog niet die genade heeft toebedeeld waar ze zich op beroemen, zou dat voor hen een reden moeten zijn om smeekbeden voor mij tot de Heer te richten, niet om mij met hatelijkheden te bestoken. De meningen van mijn vrienden verschillen. Sommigen vinden dat ik de nonsens van die lieden zelfs niet moet lezen, wat tot nu toe ook mijn overtuiging was; aan de andere kant raden degenen die in het gezelschap van vorsten verkeren aan scherp te reageren. Ik weet niet wat ik zal doen;Ga naar voetnoot15. in elk geval hebben mijn geest, mijn leeftijd en mijn gezondheid grote behoefte aan rust. Zie hier een matte brief, van iemand natuurlijk die zich mat voelt. Als de Heer mij weer kracht geeft, hoop ik dat we elkaar een keer zullen omhelzen. Zorg ondertussen dat het heel goed met u gaat. Freiburg, de dag voor Sint-Margriet, 1530 |
|