2345 Aan Nicolaus Olahus
Freiburg, 7 juli 1530
Erasmus van Rotterdam groet Nicolaus Olahus, thesaurier van Székesfehérvár, secretaris en raadsheer, hartelijk
Uw gevoelens, zeer vriendelijke Nicolaus, stel ik zeer op prijs en ik zal uw naam op de lijst van mijn speciale vrienden plaatsen. Over de vroomheid en uitzonderlijke menslievendheid van de voortreffelijke koninginGa naar voetnoot1. heeft Henckel mij geregeld in zijn brieven verteld; aan zijn woorden hecht ik zeer veel waarde. Maar mij bereikte geen enkel schrijven uit naam van de koningin, niet door haarzelf geschreven en ook niet door iemand anders. Als er een brief was gekomen, was dat bij alle problemen die ik met mijn gezondheid had een grote troost geweest. Vergeef me mijn beknoptheid; ik ben nog steeds wat zwakjes en schrijf aan veel mensen. Ik wens de zeer illustere koningin alle mogelijke voorspoed en geluk. Het ga u goed.
Freiburg, 7 juli 1530
Voordat ik deze brief verzegelde, na het eten, werden er brieven van de koningin en van HenckelGa naar voetnoot2. bezorgd, samen met een beker van hem.