De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2343 Aan Philippus Melanchthon
| |
[pagina 285]
| |
die me bijna ombracht met zijn bijtende kompressen. Uiteindelijk hebben we hem opengesneden. Toen dat gedaan was, kon ik me met de slaap verzoenen, omdat de pijn afnam. Ik schuifel nog wat zwakjes rond en ben nog niet van de chirurgijn af. Tijdens mijn ziekte werd mijn dienaar QuirinusGa naar voetnoot1. plotseling getroffen door de gevaarlijke zweetziekte; de anderGa naar voetnoot2. was teruggeroepen naar zijn eigen land. Zo heeft het de Heer behaagd mij te treffen. Ik heb er geen woorden voor, mijn beste Melanchthon, hoe ik me heb geërgerd aan Luther in die brief waarmee hij om niets tegen hertog Georg een hele tragedie over diefstal in gang zet.Ga naar voetnoot3. Het ga je goed. Freiburg, 7 juli 1530 Je vriend Erasmus van Rotterdam |
|