De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 222]
| |
2309 Van Johann Henckel
| |
[pagina 223]
| |
Homerus zegt,Ga naar voetnoot4. de lezer van jouw werken nooit door enig gevoel van verzadiging wordt overvallen. Ik stuur je een beker, die weliswaar weinig imposant is, maar waar ooit een groot vorst, namelijk de vader van de huidige markgraven van Brandenburg,Ga naar voetnoot5. zeer aan gehecht was. Dat hij alsjeblieft bij je in de smaak mag vallen! Onze vriend Antonin is, zoals ik uit een brief van hem vernam, geheel verlost van de gekte waarmee hij te kampen had;Ga naar voetnoot6. het gaat opperbest met hem. Daar zul je ontzettend blij mee zijn, dat weet ik zeker. Moge de genadige God geven dat ook jij, na verlost te zijn van de steen, nog lange tijd in voorspoed behouden blijft voor de studie en alle weldenkende mensen. Mijn jichtGa naar voetnoot7. heeft me dit jaar slechts drie of vier dagen geveld. Ik heb de rol van echtgenoot vervuld; toch komt ze achter me aan en herinnert ze me aan mijn woord, dat ik graag zou willen breken door haar een scheidingsbrief te geven. Ik hoop dat het je goed gaat en wens je alle mogelijke voorspoed. Linz, 13 april, in het jaar van Christus 1530 Je vriend Johann Henckel Aan de zeer geleerde en zeer geachte heer Erasmus van Rotterdam, boegbeeld en beschermer van een zuiverder theologie, zijn gerespecteerde meerdere |
|