De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2285 Aan Johann Rinck
| |
Desiderius Erasmus van Rotterdam groet de zeer geachte heer Johann Rinck, vermaard om zijn juridische kennisIk heb de indruk, zeer geachte heer, dat mijn antwoord uw brief nooit zal kunnen evenaren op het punt van geleerdheid, elegantie en vriendelijkheid. Daarom besloot ik, in dezelfde mate waarin ik op de andere punten uw mindere ben, uw meerdere te zijn wat de overvloed, of liever: overdaad aan woorden betreft. We zien allemaal wat voor weefsel de monarchen op het getouw zetten.Ga naar voetnoot1. Een zeer grote groep maakt zich druk over het innen van de levensader van de oorlogGa naar voetnoot2. en een behoorlijk aantal over bevelhebbers en materieel, maar ik zie nauwelijks iemand die nadenkt een andere manier van leven, wat het belangrijkste van de hele zaak is en op alle mensen in gelijke mate betrekking | |
[pagina 179]
| |
heeft. Ik kan me er niet genoeg over verbazen dat zich zoveel domheid meester heeft gemaakt van het denken van christenen. We worden van Godswege door talloze plagen gewaarschuwd; zelfs de Egyptenaren werden door minder plagen getroffenGa naar voetnoot3. en die waarover in de Openbaring van Johannes wordt verteld, zijn milder.Ga naar voetnoot4. Toch worden we, omdat we nog erger dan Frygiërs zijn,Ga naar voetnoot5. geen haar beter door de strengheid van de Heer, die ons al die keren oproept ons leven te beteren. Integendeel, zoals onverbeterlijke slaven voelen we de zweepslagen niet meer en misbruiken we de goddelijke goedertierenheid om te volharden in onze zonden. Bij alle barmhartigheid die hij toont door ons met tijdelijke rampspoed aan te sporen tot aanpassing van onze levenswijze, worden we alleen maar weerbarstiger. Aan oorlogen, berovingen, binnenlandse beroering, partijvorming, plunderingen, epidemieën, armoede en honger zijn we zo gewend geraakt, dat ze niet meer als rampspoed worden gezien. God deed wat goede artsen doen: hij gaf nieuwe medicijnen. Hij zond een onbekende en ongeneeslijke soort melaatsheid, die het volk om een duistere reden de Franse schurft noemt,Ga naar voetnoot6. hoewel ze onder alle nationaliteiten voorkomt; hij trof de mensheid met een werkelijk vreselijke zweer. Zo'n afschuwelijke kwaal leerde ons geen kuisheid of soberheid, nee, we maken er zelfs openlijk grappen over. Want het is kennelijk zover gekomen dat iemand die niet door die ziekte besmet is, in de kringen van hovelingen - leuke, geestige mensen, vinden ze zelf - voor een simpele boer doorgaat. Wat is dit anders dan schijt hebbenGa naar voetnoot7. aan de Heer die ons kastijdt en hem volgens de uitdrukking de middelvinger tonen?Ga naar voetnoot8. Vervolgens kwam er een onverzoenlijke strijd over dogma's, bepaald geen eenvoudige zaak. Het staat buiten kijf dat dit voor een groot deel te wijten is aan het onbehoorlijke gedrag van hen wier zout de dwaasheid van het volk smaak had moeten geven.Ga naar voetnoot9. Degenen die bespot worden denken er niet aan hun levenswijze aan te passen; degenen door wie ze bespot worden laten niet zien wat een betere levenswijze is. Het scheelt zelfs maar weinig of we maken ook van deze toch vreselijke ramp voor de christenheid iets waarover je gezellig kunt praten of grappen maken. | |
[pagina 180]
| |
Kijk naar de dingen waarmee de Heer in Leviticus 26 en Deuteronomium 28 dreigt, omdat zijn geboden worden geschonden. Is er iets bij wat ons niet is overkomen? Wat hebben we niet al zoveel jaar aan oorlogen meegemaakt? Welke streek op aarde is vrij van ons bloed?Ga naar voetnoot10. Hoe vaak voelden we het Turkse zwaard, dat optreedt als wreker omdat we het verbond dat we met God gesloten hebben schenden? Met wat voor epidemieën kregen we niet te maken, net zo goed op het platteland als in de steden, zodat ontvluchten alleen maar betekende dat je het ene gevaar voor het andere ruilde? Hoe vaak merkten we dat de staf waarop we leunen - ons brood - was gebroken, hoevelen zijn er, waar dan ook, die afgepaste rantsoenen eten en niet verzadigd raken!Ga naar voetnoot11. Hoevelen zijn er kort geleden in Italië, de vruchtbaarste streek die er is, de hongerdood gestorven! Misschien heeft nog niemand het vlees van zijn eigen zonen en dochters gegeten,Ga naar voetnoot12. maar toch: wat anders doen we allemaal dan ons in leven houden door elkaar te verscheuren? De bovenlaag plundert, de boer verkoopt zijn waar voor het viervoudige, handelaren doen de prijzen stijgen tot in het oneindige, ambachtslieden rekenen voor hun inspanningen wat ze maar willen. Iedereen belaagt zijn naaste met list en bedrog. We zagen prachtige kerken in een desolate toestand, beelden die aan stukken waren geslagen en priesters die waren verjaagd. Zond hij niet allang wilde dieren op ons af,Ga naar voetnoot13. die alles vernietigden, toen troepen boeren rondzwierven die nergens voor terugdeinsden?Ga naar voetnoot14. Zelfs deze vervloeking die in Deuteronomium wordt genoemd blijft ons niet bespaard: er worden vrouwen gehuwd en een ander slaapt met hen.Ga naar voetnoot15.... Iemand zal nu misschien denken dat ik de taak heb opgevat een oorlog tegen de Turken te ontraden. Dat is geenszins het geval; waar ik op uit ben is dat we succesvol oorlog met hen voeren en werkelijk eclatante overwinningen voor Christus behalen. Want alleen maar schreeuwen dat er een oorlog tegen de Turken moet komen, tegen die verschrikkelijke beesten, tegen die vijanden van de kerk, tegen een volk dat de smet van allerlei vergrijpen en schanddaden draagt, wat anders is dat dan de onkundige massa aan de vijand uitleveren? Ik heb me juist meer dan eens verbaasd over de geringe betrokkenheid van de landen aan onze kant, ook van Duitsland zelf, toen we uit de eerste hand hoorden van de rampen waardoor Hongarije kort na elkaar werd getroffen, recentelijk de verschrikkelijke ondergang van Lodewijk en | |
[pagina 181]
| |
het uitermate treurige lot van koningin Maria,Ga naar voetnoot16. en nu, behalve de bezetting van het Hongaarse koninkrijk, de meedogenloze plundering van Oostenrijk.Ga naar voetnoot17. Het lijkt alsof die gebeurtenissen ons niet aangaan. We houden onze handen dicht en geven aan pleziertjes en onbenulligheden uit wat we weigeren aan de bescherming van het christendom uit te geven. Maar ik weet wel wat veel mensen als excuus plegen aan te voeren. Dat toneelstukje is al zo vaak door de pausen opgevoerd en altijd was de uitkomst lachwekkend. Er werd immers niets bereikt, of de situatie werd alleen maar erger. Het ingezamelde geld, zeggen ze, kwam niet verder dan de handen van pausen, kardinalen, monniken, veldheren en vorsten. Want voor de gewone soldaat blijft er bij wijze van soldij niets over dan onbeperkt plunderen. We hoorden zo vaak over een kruistocht en het heroveren van het Heilige Land, we zagen zo vaak het rode kruis, gesierd met de drievoudige kroon, en de rode geldkist;Ga naar voetnoot18. we hoorden zo vaak uiterst vrome preken die van alles beloofden, we hoorden over roemrijke daden en hooggespannen verwachtingen, maar het enige wat buitgemaakt werd was geld. Hoewel het spreekwoord ons erop wijst dat het een grote schande is zich twee keer aan dezelfde steen te stoten,Ga naar voetnoot19. hebben we ons al meer dan dertig keer laten beetnemen. Hoe kunnen wij dan vertrouwen op beloften, hoe schitterend ook, na zo vaak openlijk misleid te zijn? Deze situatie vervreemdde de mensen bijna überhaupt van aflaten. We kregen in de gaten, zeggen ze, dat het louter om het geld ging. Telkens werd een ander voorwendsel gebruikt. Nu eens werd er tegen de Turken gestreden, dan weer was er een paus in problemen door een oorlog of was er een jubeljaar, waarvan er twee werden ingesteld, zodat er dubbele inkomsten waren, en waarvan er onder Alexander zelfs drie waren, misschien omdat de verkoop tegenviel.Ga naar voetnoot20. Nu eens werd de meer dan volledige machtGa naar voetnoot21. aangeboden en bestond er voor het vagevuur het gevaar van totale leegloop. Dan weer was het de bouw van de Sint-Pieter in het Vaticaan,Ga naar voetnoot22. of leed Jakobus | |
[pagina 182]
| |
van Compostella honger,Ga naar voetnoot23. of vroeg de Heilige Geest,Ga naar voetnoot24. die schenker van alle dingen, om hulp, of waren de monniken op de berg Sinaï in nood,Ga naar voetnoot25. of kregen mensen die restitutie verschuldigd waren een uiterst milde schikking aangeboden en konden op oneerlijke wijze verkregen goederen rechtmatig eigendom worden, wat zelfs gold voor buit afkomstig uit kerken. Kortom, de schikkingen kenden geen maat of einde. De vorsten haalden een stukje van het bedrag af om een pauselijke bul te verkrijgen, zo ook de dekens en officialen, de gevolmachtigden en degenen die de biecht leidden. Sommigen kregen iets om te spreken, anderen om te zwijgen. Niet het minste deel verdween in de zakken van lagere functionarissen en bullenbezorgers,Ga naar voetnoot26. wat meestal misdadige lieden zijn. Die spelletjes, zeggen ze, zijn al zo vaak in alle openheid gespeeld en de domme bevolking van Duitsland en de nog dommere van Frankrijk had ze door en liet ze niettemin toe. Toen er in West-Vlaanderen een overstroming had plaatsgevonden en de hele streek een betreurenswaardige aanblik bood, waren meteen uiterst gulle aflaten beschikbaar. Iedereen was door de situatie zeer aangedaan, en ook enigszins onder de indruk van de aanbeveling van Adriaan, die kort geleden paus was.Ga naar voetnoot27. Men gaf royaal, zodat de getroffenen met dat geld geholpen zouden worden. Er werden afgevaardigden gestuurd die na inspectie van het gebied rapporteerden welke herstelwerkzaamheden nodig waren en hoe die uitgevoerd konden worden. Afbeeldingen lieten zien hoe de situatie was. Waar dat geld naartoe is gegaan hoef ik niet te vertellen, in elk geval is er niets gebruikt voor het doel waarvoor het was ingezameld. Dit en een heleboel meer krijgen we tegenwoordig te horen wanneer we het advies geven de monarchen en masse te steunen in hun strijd tegen de wreedheid van de Turken - en hadden we maar iets waarmee we onweerlegbaar konden aantonen dat alles wat ze beweren ongegrond is! Talloze pausen hebben die zaak destijds krachtig bepleit, opmerkelijk genoeg ook | |
[pagina 183]
| |
Bernardus, monnik en heilige. Bessarion en Pius ii hebben niets onbeproefd gelaten. Er kwamen allerlei orden van kruisridders, er werden zeer ruime opbrengsten toegewezen en nieuwe waardigheden toegekend. Met welk resultaat blijkt overduidelijk uit de gebeurtenissen zelf. Leo x heeft zich juist hiervoor uit alle macht ingespannen door kardinalen als gezanten naar alle delen van de christelijke wereld te sturen, en niet de eersten de besten, maar bij uitstek geleerde mannen. Nergens vond het gezantschap een gewillig oor, hoewel Luther nog niet tegen de pauselijke aflaten had geschreven en nog niet zijn stelling had gepubliceerd, dat oorlog voeren tegen de Turken niets anders is dan verzet tegen God, die hen gebruikt om ons te straffen.Ga naar voetnoot28.... Het leek mij goed, zeer illustere heer, dit alles aan u te schrijven vanuit het gezichtspunt van mijn eigen studie, die op niet zo goede voet met oorlog staat. Daarmee wilde ik u uitdagen: u moet ons iets beters laten zien met de orakelspreuken van de wetten als uitgangspunt, het terrein waarop u een buitengewoon goede naam hebt. Ik vraag u dringend dat te doen. U zult iets doen wat de naam Rinck waardig is; iedereen is het erover eens dat het altijd de voornaamste verdienste van die familie was dat ze zich bij uitstek tot doel stelde - en nog steeds stelt - zo goed mogelijk het landsbelang te dienen. Moge de Heer Jezus u, onvergelijkelijke vriend, samen met hen die u het dierbaarst zijn behoeden en bewaren. Freiburg im Breisgau, 17 maart, in het jaar 1530 na de geboorte van Christus |
|