2278 Van Jan van Fevijn
Brugge, 6 maart [1530]
Een hartelijke groet. Hoewel ik het op dit moment erg druk heb, vooral met het onthalen van vrienden, onder wie Laurinus,Ga naar voetnoot1. heeft toch onze vriend Lieven,Ga naar voetnoot2. die deze brief bezorgt, afgedwongen dat ik je in elk geval een groet stuur en je bericht hoe het met mij en de vrienden is. Daarom: als het goed met je gaat, is dat voor mij een reden tot blijdschap en bid ik dat het zo mag blijven. We hebben immers gezien hoeveel jouw latere jaren hebben opgeleverd voor de christenheid en ook voor jouzelf: je hebt zoveel pennenvruchten krachtig tegen de laster van je tegenstanders verdedigd, je hebt zo'n geduchte, woeste tegenstander als Luther een verpletterende nederlaag toegebracht, en nu is dan toch eindelijk de AugustinusGa naar voetnoot3. af. Moge de grote en almachtige Christus zorgen dat je die steen een keer kwijt raakt en je nog lange tijd voor ons behouden blijft.
Met ons hier gaat het naar omstandigheden goed; we zijn deze maanden door die ellendige zweetziekte getroffen, maar ik ben, God zij dank, hersteld. Ook Laurinus maakt het goed. Door zijn goedgunstigheid ben ik opgeklommen tot schoolhoofd van ons kapittel. Verder zijn de bejaarde heer Karel, Robert en mijn zeer geliefde zuster,Ga naar voetnoot4. die allemaal, zoals je weet, zeer veel achting voor je hadden, uit ons midden weggenomen. Een of andere kwade genius heeft onze familie namelijk zo wreed behandeld, dat hij ons binnen luttele dagen er vier heeft ontnomen. Vandaar dat ik nu verhuisd ben van het lege Prinsenhof naar een woning niet ver van het huis van Laurinus, niet zo voornaam als dat paleis was, maar waar het prima studeren is en vrienden welkom zijn. Daarom, als je een keer zin hebt in vliegende vaart hierheen te komen (en je moet inderdaad in vliegende vaart weg uit dat onrustige Duitsland), zullen Laurinus en ik je graag ontvangen. Hij vervult nu, alleen en vrij in zijn doen en laten, de rol van pater familias, ik regel het huishouden, als je dat zo mag noemen. Toch zou ik graag welke vriend dan ook van dienst zijn, hoeveel te meer de vorst van de geletterden! Zorg jij voor een zo goed mogelijke gezondheid.
Brugge, 6 maart
Je zeer toegenegen vriend Jan van Fevijn, doctor in de beide rechten, hoofd van de kapittelschool en kanunnik van de Sint-Donaaskerk
Aan de uitnemende leraar in de theologie, de heer Erasmus van Rotterdam, zijn bijzonder geachte leermeester, enz. Freiburg