2277 Aan Johann von Botzheim
Freiburg, 3 maart [1530]
Een hartelijke groet. Was mijn voorspelling niet juist dat je me voor de mal zou houden?Ga naar voetnoot1. De bisschop van AugsburgGa naar voetnoot2. kwam hierheen, maar zonder te laten blijken wie hij was; hij beweerde dat de enige reden van zijn komst een bezoek aan Erasmus was. Ik heb niemand meegemaakt die geleerder en vriendelijker was dan hij. Hij bood mij twee prachtige bekers aan met daarin tweehonderd florijnen. Er is een beker onderweg die de hertog van Gulik stuurdeGa naar voetnoot3. en nog een andere die Johann Rinck stuurde. Deze troost, afkomstig van zulke belangrijke mensen, stel ik tegenover de dwaasheid van die vuilspuiter.Ga naar voetnoot4.
Alle Engelse vriendschappen zijn ongeschonden. De kardinaal is uit zijn ambt ontzet, More is de hoogste rechter van Engeland.Ga naar voetnoot5. De Leuvense theologen binden in tegenover mij. Als ik de steen kon verdrijven, zou ik al het andere gemakkelijk te boven komen.
Het ga je goed. De dag na Aswoensdag. Freiburg, 1529Ga naar voetnoot6.
Je vriend Erasmus
Aan de zeer geleerde heer Johann von Botzheim, doctor in de beide rechten. Überlingen