De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 157]
| |
2276 Van Andrea Alciati
| |
[pagina 158]
| |
Daarom heb ik mijn eerdere voornemen om in mijn vaderland op mijn lauweren te rusten gewijzigd en ben ik weer terug naar Frankrijk gegaan, om daar als Dionysius in Corinthe les te geven.Ga naar voetnoot7. Het bleek te zijn zoals ik hoopte: de herinnering aan mijn naam was niet volledig uit de harten van de studenten verdwenen. Dit plan pakte zo goed uit, dat het iedere herinnering aan de eerdere rampspoed uitwiste; ik denk nu dat ik grote winst geboekt heb. Ik heb immers door het onbelangrijke verlies van die bezittingen bereikt dat ik in een volgepakte collegezaal mag lesgeven aan al die uitnemende jonge mensen, die ooit een sieraad zullen zijn voor mijn reputatie en deze studie. Van hen hebben vooral Viglius en eveneens Sucket, die u allebei onlangs in uw brief bij mij hebt aanbevolen,Ga naar voetnoot8. een uitstekende aanleg, die nu tot vrucht en rijpheid aan het komen is. Karel gaf in elk geval onlangs een prachtig staaltje van zijn kunnen, toen hij door mij naar de arena gehaald was en tot de groep docenten toegelaten was. Hij vervult die taak op zeer lovenswaardige wijze en trekt veel leerlingen. Hij verduisterde duidelijk de glorie van een aantal mede-ingewijden, barbarenvrienden, die van mij bij uitstek op hun plaats gezet mochten worden. Daarbij was ik zo tevreden over hem, dat ik hem niet zou willen ruilen voor schitterende geschenken.Ga naar voetnoot9. Ik schrijf dit om u duidelijk te maken hoe onnodig uw aanbeveling was, omdat juist ikzelf hun niet weinig verschuldigd ben en zijzelf eigenaar zijn van wat ze uit eigen wil op mijn rekening schrijven. Die wijn behoefde daarom niet zo'n krans.Ga naar voetnoot10. Maar als u wilt weten hoeveel waarde Alciati aan een brief van u hecht, moet u personen op zijn dak sturen die dat minder verdienen; die zullen u onmiddellijk geweldig bedanken, omdat ze door mij ontvangen worden alsof ze het ten zeerste verdienen. Omdat onze vriend AmerbachGa naar voetnoot11. mij zo buitengewoon goed gezind is, is het voor mij zelfs onmogelijk hem niet op mijn beurt genegen te zijn. Maar de nauwste band waarmee hij mij aan zich bond, bent uzelf, Erasmus, omdat hij het natuurlijk was die u ertoe verleidde mij genegen te zijn en die als HermesGa naar voetnoot12. optrad. Ik in elk geval ben niet in staat hem zo'n grote gunst terug te betalen. | |
[pagina 159]
| |
Het ga u goed. Bourges, 1 maart 1530 Uw zeer toegewijde vriend Andrea Alciati Aan de voortreffelijke theoloog, de heer Erasmus van Rotterdam, zijn zeer geachte vriend, Freiburg im Breisgau. Andrea Alciati, vanuit Bourges |
|