De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2265 Van Theodoricus Cortehoevius
| |
Theodoricus Cortehoevius groet de hooggeachte heer Erasmus van Rotterdam, zeer deskundig op het gebied van de drie talenWees zo vriendelijk, mijn beste Desiderius, hooggeachte heer, in een paar woorden te vernemen met welk recht of met welke brutaliteit ik het gewaagd heb nu uit mijn verborgen hoek naar buiten te treden. In deze waarlijk gouden eeuw van de wedergeboorte van de literatuur, waarin niet alleen de drie illustere talen worden onderwezen, maar waarin ook ieder naar vermogen iets probeert te doen voor de edelste soort studie - de een vertaalt uit het Grieks wat tot nu toe onbekend was voor Latijnse oren; een ander verbetert of polijst wat onhandig of verkeerd was vertaald; weer een ander herstelt door de eeuwen heen vervormde Latijnse schrijvers door collationering met oude handschriften, of verklaart schrijvers die duister zijn - in zo'n tijd wilde ook ik mijn bijdrage leveren, hoewel ik geringe aanleg heb en over zeer weinig geleerdheid beschik. Ik vond het belangrijkGa naar voetnoot1. deze moeite te doen en op die manier ervoor te zorgen dat heel veel jonge leerlingen, vooral de armen onder hen, vorderingen kunnen maken. Zij kunnen zich immers de aanschaf van zo'n omvangrijk boekwerk als de ChiliadenGa naar voetnoot2. niet veroorloven; de al te hoge kosten belemmeren hen en zo worden hun heel wat vruchten van de studie onthouden. Ik roep de grote en almachtige God aan als | |
[pagina 136]
| |
getuige dat ik nooit enige andere winst in gedachten had dan juist de belangen van anderen te dienen. Voor mij is het genoeg dat ik die ene uitspraak van Socrates heb geleerd, dat we volstrekt niets weten,Ga naar voetnoot3. en dat ik, voor zover ik kan, moeite doe om anderen bij hun studie te helpen. Er is hier niets door mij bedacht en ik prijs mezelf ook niet. Want het resultaat zelf zal duidelijk maken wat ik tot stand bracht. Vooral uw eigen milde en onbaatzuchtige houding moedigde mij aan meteen met frisse moed aan die taak te beginnen en er vol ijver tot het eind mee door te gaan, hoewel ik ongetwijfeld kritiek zal krijgen van sommige schijngeleerden en neuswijzen, die alle eervolle studie zonder onderscheid een kwalijke zaak vinden. Waarom probeer ik de knots uit Hercules' hand te trekken,Ga naar voetnoot4. zoals enkele zoïlussenGa naar voetnoot5. ooit van Vergilius zeiden, omdat hij nogal wat verzen van Homerus had gebruikt alsof ze van hemzelf waren. Hij antwoordde dat het juist een geweldige prestatie is Jupiter zijn bliksem af te pakken of de knots uit Hercules' hand te trekken. We zijn immers allemaal leerlingen van de vaderen die ons voorgingen; we zetten onze zeis in de oogst van een ander.Ga naar voetnoot6. Want onze grote Terentius zegt: Niets wordt er nu gezegd wat niet eerder is gezegd. Een goede daad mag beslist niet door stilzwijgen begraven worden, zei Pindarus.Ga naar voetnoot8. Ik maak hier geen aanspraak op de verdienste van andermans werk en trek niet de eer die een ander met noeste arbeid verwierf, met lege woorden naar me toe.Ga naar voetnoot9. Eerder schuif ik de schrijver zelf naar voren. Ik geef evenals u niets om lof, vooral als die afkomstig is van mensen die volgens mij geen verstand, geleerdheid en welsprekendheid bezitten. Het kan zijn dat iemand hier aanstoot aan neemt. Omdat ik me geen enkel verwijt hoef aan te trekken, ben ik niet beledigd, maar wens ik mezelf geluk dat ik vrij ben van on- | |
[pagina 137]
| |
deugden waar veel mensen toe neigen, naar ik zie.Ga naar voetnoot10. Want waarachtige wetenschap kent geen grotere vijand dan de onwetende en onkundige, die uit jaloezie, of omdat hij van nature zo zwartgallig is, niets goedkeurt. Verder heb je degenen die nu zwellen van trots, want niets is arroganter dan onkunde. Bestond er ooit iets wat onbeschaamder maar ook vasthoudender is dan onwetendheid? Dit is inderdaad de milde en onbaatzuchtige houding van een werkelijk geleerd man: alles niet in ongunstige, maar in goede zin opvatten. Heidenen en zij die op ijdele roem uit zijn klagen, zoals Nicias en Demosthenes in het verhaal over de eer die zij misliepen door toedoen van Cleon, die van leerlooier veldheer was geworden en het deeg kneedde dat vooraf door hen gekneed was.Ga naar voetnoot11. Het is onmogelijk Momus, die alles met speurende blik bekijkt, tevreden te stellen.Ga naar voetnoot12. Daarom wil ik graag alleen u, die ik als een uitzonderlijke beschermheer beschouw, gunstig stemmen, want ik meende dat vooral u en niemand anders dat verdient. Het uitzonderlijke geluk over zo'n goddelijk talent te beschikken is en was immers een zeldzaamheid. Verder beschikt u over grote kennis en veel ervaring op het gebied van de edelste soort wetenschappen, bent u tot veel in staat door de gaven van uw uiterst scherpe verstand en maakt u zich geliefd door uw ingetogen levenswijze. Dat zorgt ervoor dat dit boekje, dat beslist eerder van u dan van mij is, onder uw bescherming veilig zal zijn voor de lichtgeraaktheid van bepaalde lieden, die zo koppig zijn dat zelfs VertumnusGa naar voetnoot13. in eigen persoon hen niet op andere gedachten kon brengen. Vooral uw oordeel weegt zwaar voor mij, evenals dat van enige geleerden, die mij allerminst wegens aanmatiging bespotten, maar mijn werk met hun bijval zullen steunen. Maar het is nu niet nodig dat ik uw verdiensten onder begeleiding van lange fluiten bezingGa naar voetnoot14. en uitgebreid hier uw geleerdheid en verheven karakter prijs. Die worden niet alleen door Duitsland gerespecteerd, maar ook door de hele christenheid bewonderd en gewaardeerd. Echte deugdzaamheid kan immers nooit verborgen blijven. Wanneer ik erover nadenk aan wie | |
[pagina 138]
| |
zo'n voortreffelijk letterkundig werk gewijd moet worden, eist u met het volste recht die eer alleen voor uzelf op en krijgt u alle stemmen.Ga naar voetnoot15. Wij allemaal zijn immers als het ware leerlingen, kinderen die nog stamelen, die u en de oude vaderen op afstand volgen en bij u en bij hen aan de borst alle uitnemende woorden inzuigen en in ons opnemen. Samen met u vraag ik daarom iedereen nadrukkelijk dit zo vaak herborenGa naar voetnoot16. werk niet beu te worden. Want volgens Plato mag het goede twee, drie keer;Ga naar voetnoot17. je hoort nooit genoeg te krijgen van wat tot eer strekt. Want moeite stapelt dagelijks moeite op moeite.Ga naar voetnoot18. Vat alstublieft, vriendelijk en onbaatzuchtig als u bent, mijn genegenheid voor u als bescheiden mens goed op. Ik wens u een gelukkig en lang leven in Christus en een goede gezondheid toe. Antwerpen, 1530. 1 februari |
|