2244 Van Adriaan van der Kammen
Mechelen, 26 december 1529
Adriaan van der Kammen groet Erasmus zeer hartelijk
Dat ik u vrijmoediger schrijf dan bij iemand past die u niet van gezicht of naam kent, hooggeachte Erasmus, is het gevolg van de openheid waarmee u iedereen zeer vriendelijk tegemoet treedt. Bovendien sprak uw dienaarGa naar voetnoot1. mij flink wat moed in. Hij merkte dat ik het zeer betreurde dat ik nooit kennis met u had gemaakt en dat ik daarom niet mocht verwachten dat u mij een of twee regels waardig zou keuren als ik u met mijn schrijfsels lastigviel. Hij overtuigde mij er toen van dat het absoluut zeker was dat u een brief van mij met vreugde in ontvangst zou nemen. Daarom kon ik mezelf er niet van weerhouden hem deze brief voor u mee te geven. Als die brief niets anders vertelt dan dat er hier zeer veel fervente bewonderaars van u en uw geschriften zijn en dat er in Mechelen een zekere Adriaan woont, die voor het eerst de wens om u te schrijven, die al langere tijd bij hem leefde, werkelijkheid liet worden, dan nog twijfel ik er niet aan dat hij u althans in enig opzicht plezier zal doen en dat u mijn onnozelheden niet zult verachten. Want mijn werk voor de stad met alle onrust van dien en de drukte rond de processen,Ga naar voetnoot2. waartussen ik al geruime tijd een steen van SisyphusGa naar voetnoot3. voortrol, laten niet toe dat ik tijd aan een verzorgder brief besteed.
Het ga Uwe Eerwaarde goed, zeer geleerde Erasmus; als er hier iets is waarmee ik u van dienst kan zijn, kunt u ervan verzekerd zijn dat ik (zoals ze dat zeggen) geen steen op de andere zal latenGa naar voetnoot4. om het voor elkaar te krijgen. Als werkzaamheden die u bezighouden u beletten terug te schrijven, hoop ik in elk geval dat u dat met plezier zou doen als u tijd had. Nogmaals, het ga u goed.
Mechelen, de dag na de geboortedag van de Heer, 1529
Aan de grootste op het gebied van alle geleerdheid, de heer Erasmus van Rotterdam, theoloog, mijn zeer vereerde meester. Freiburg