De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2222 Aan Johann von Vlatten
| |
[pagina 57]
| |
bolwerken en het zou lijken alsof ik voor mijn eigen hachje vrees, als ik mijn toevlucht in bolwerken zoek. Ik hoor dat zelfs Keulen niet echt rustig is en dat daar onlangs theologen tegen mij zijn gaan grommen, vertrouwend op het herstel van de vrede tussen de monarchen,Ga naar voetnoot3. denk ik. Als dat gerucht waar is, vrees ik dat we deze vrede misschien wel zwaarder voor onszelf gaan vinden dan de oorlog daarvoor. Wat een monsters van theologen en monniken zullen ons dan op de nek springen! Ik bedank u voor het aanbod van uw huis. Ik haat kolenGa naar voetnoot4. en misschien is het niet handig zo dicht in de buurt van de kardinaal van Luik te verblijven. Iemand van de Punische soort!Ga naar voetnoot5. Ik heb besloten deze winter hier te blijven, om met de eerste zwaluwGa naar voetnoot6. weg te vliegen waarheen God me zal roepen. Wat vervelend dat u uw been gebroken hebt (Dilft had me dit namelijk verteld), maar ik ben blij dat het hersteld is. Ik stuur mijn Quirinus, die de brief brengt, opnieuw naar Engeland, waarvandaan al een hele tijd niets verstuurd wordt.Ga naar voetnoot7. Ik heb aan Willem, vorst van Gulik, een paar boekjes opgedragen;Ga naar voetnoot8. u moet hem met uw advies helpen, zodat hij op passende wijze iets terug kan doen. Quirinus zal u volledig op de hoogte kunnen brengen van mijn hele situatie. Bij het schrijven van dit alles had ik uw brief niet bij de hand. Het ga u goed. Freiburg, 2 oktober 1529 |
|