De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2216 Van Petrus Plateanus
| |
[pagina 50]
| |
mensen hem ooit verschuldigd zijn, wanneer hij zijn boek over de metallurgieGa naar voetnoot4. voltooid zal hebben en enkele andere opmerkelijke werken waar hij mee bezig is gepubliceerd zal hebben. Uw aardigheden in de dialogen, even beschaafd als vrijmoedig, vallen bij ontwikkelde mensen zeer in de smaak, vooral de ‘ridder van Como’.Ga naar voetnoot5. Hij verspreidde via zijn handlangers geruchten dat u publiekelijk een berisping van het stadsbestuur zou hebben gekregen wegens smaad, als hij niet door smeekbeden van gemeenschappelijke vrienden vermurwd was en ervan afgezien had; dat u evenwel gestraft was met een boete, die hij versmaadde en aan het armenhuis schonk, zodat u zou zien wat een edelmoedige ridder hij was; dat u ten slotte, althans volgens zijn mening, gedwongen was uw woorden terug te nemen. Maar met die grootspraak en triomfkreten van hem maakt hij zich bij weldenkende mensen alleen maar belachelijk. Toen ik nog niet zo lang geleden naar een feestmaal ging waarvoor ik was uitgenodigd, en ik zijn fantastische broer en Thraso zelfGa naar voetnoot6. had opgemerkt, glipte ik weg, omdat ik de respectloze houding van die broer jegens u afschuwelijk vond. Dit alles schreef ik u, gedreven door de genegenheid die ik voor u voel, omdat u zich buitengewoon verdienstelijk hebt gemaakt tegenover alle liefhebbers van de studie, of - ook niet onbelangrijk - omdat er een zekere verwantschap tussen ons is (als ik dat zo mag zeggen) op grond van onze herkomst: u komt uit Rotterdam en ikzelf ben in de buurt van Den Bosch geboren. De burgemeester hier is Lucas Scuppegius, iemand die erg hard werkt en redelijk onderlegd is, bovendien u zeer toegedaan. Hij verafschuwt iedereen die iets lelijks over Erasmus zegt als een algemene plaag; als u mij terugschrijft (waar ik op reken), schrijft u er dan ook een groet aan hem bij. Het ga u goed. Uit Joachimsthal,Ga naar voetnoot7. 8 september 1529 Petrus Plateanus Ik hoop de werken van bisschop Paulinus van Nola in handen te krijgen; als die nog niet gedrukt zijn, zal ik ze u, als het u geen verloren moeite lijkt, toesturen voor een uitgave, zodra ik ze heb laten overschrijven. Aan Erasmus van Rotterdam, met gemak de grootste van de theologen |
|