De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2215 Aan William Blount, lord Mountjoy
| |
[pagina 48]
| |
licht ook Italië. Ik hoor dat de monarchen vrede hebben gesloten;Ga naar voetnoot5. hadden ze het maar eerder gedaan! Deze heuglijke gebeurtenis hebben we evenwel grotendeels aan uw koning te danken, die met enorme vasthoudendheid en evenveel wijsheid niet rustte, voordat hij de grootste monarchen van heel Europa samengebracht had. Hopelijk is het de wil van de goden dat deze gelukkige situatie blijvend is! Vriendelijk als u bent, vindt u het vast niet erg dat ik besloot dat u de opdracht bij de Adagia als het ware zou delen met uw zoon Charles.Ga naar voetnoot6. Het leek me namelijk goed met deze aansporing de studie van de jongeman een extra zetje te geven. Ik ben in Bazel gebleven zolang er hoop was; toen de hoop vervlogen was, verhuisde ik naar Freiburg, een stad die onder het gezag van Ferdinand valt. Dat kostte me een groot deel van mijn vermogen en leverde een groot risico voor mijn gezondheid op. Ik kon immers nauwelijks geloven dat dit broze lichaam, zo verzwakt dat het bij verandering van wijn en ook verder bij het minste of geringste in gevaar kwam, zo'n enorme verandering zou doorstaan. Toch wilde ik liever mijn leven in de waagschaal stellen dan de indruk wekken dat ik de gebeurtenissen daar goedkeurde. Het is hier allemaal vreselijk duur en ik mis nu de grote voordelen die de drukkerij van Froben me bood. Toch moet ik hier de winter doorbrengen. Als mijn gezondheid redelijk was, zou het me niet aan geld en aanzien ontbreken. Maar, zoals Uwe Hoogheid altijd zei, nu krijgt de tandeloze zijn eten van de fortuin. Ik ben vreselijk bang dat het evangelie ons hier een rampzalige oorlog bezorgt, zo gauw stormt men op de wapens af. De complete Augustinus is verschenen,Ga naar voetnoot7. die me bijna fataal was geworden. Ik zou sommige theologen meer verstand willen toewensen. Met al hun ophef verergeren ze de kwaal, door op een weinig gelukkige manier naar genezing te streven. Ik heb genoeg van dit herculische lot: ik moet voortdurend met monsters vechten. Ik denk dat er sinds de schepping van de wereld geen roeriger tijden zijn geweest, zo wemelt het overal van geschillen. Nu beginnen de ciceronianen een nieuw drama om niets, omdat ik liever wilde dat de literatuur Christus bezingt dan Romulus of de grote en almachtige Jupiter. Als de zeer doorluchtige koningin De christelijke weduwe niet gelezen heeft, vraagt u dan of ze dat zou willen doen, want ze wordt daar een paar keer vermeld. Zou u alstublieft voor mij bij haar de plaats van een brief willen inne- | |
[pagina 49]
| |
men? Hoewel ik namelijk heel graag zou willen schrijven, lukt het op dit moment niet, zowel wegens mijn gezondheid als wegens gebrek aan tijd. Bij al die moeilijkheden voel ik diep in mijn hart grote blijdschap wanneer ik hoor dat het met u, de oudste van mijn beschermers en een onvergelijkelijke vriend, goed gaat. Ik hoop dat kardinaal Campeggi dat wolkje (u weet wel) al verdreven heeft.Ga naar voetnoot8. We zijn in de hand van de Heer, die u allen moge behoeden en bewaren. Freiburg im Breisgau, 1529. Maria-Geboorte |
|