De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356
(2018)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 29]
| |
2208 Van Juan Luis Vives
| |
[pagina 30]
| |
stelt, wat nog meer geldt voor degenen die haar najagen. Ik vind het pas iets wezenlijks en blijvends, als ik iets kan betekenen voor het gedrag van de mensen. Ik zeg dit omdat ik niet wil dat je me iedere keer de schone schijn van de faam als een soort lokmiddel voorhoudt. Je moet weten dat ik daar geen enkele waarde aan hecht en dat ik er net zo min door geraakt word als door het lichtste briesje. Het raakt me meer wanneer je me laat zien wat het algemeen belang dient; want volgens mij maakt dat jou gelukkiger dan roem en wijd en zijd verbreide bekendheid, die jou evenwel terecht ten deel valt. Maar als die twee dingen worden gescheiden, verdienen en krijgen, zal ik hoe dan ook het eerste ver boven het andere verkiezen. Het geschenk van de aartsbisschopGa naar voetnoot8. is gering in vergelijking met zijn enorme genegenheid en bewondering voor je. Maar hij zal ooit meer sturen; ik weet trouwens heel goed dat je de bron van de geschenken, namelijk zijn uitermate goede gezindheid jegens jou, meer waard acht dan de geschenken zelf. Ik denk dat je wel gehoord hebt dat de keizer uit Barcelona weggevaren is met een groots uitgeruste vloot van veertig oorlogsschepen, zeventig vrachtschepen en tien jachten, waarop, behalve de hofhouding en de bloem van de jonge Spaanse adel, rond de tienduizend matrozen meevaren, de beste die er in heel Spanje te vinden zijn. Men schrijft uit Marseille dat te zien was hoe de vloot op 5 augustus langs de kust voer over de Golfe du Lyon; sommigen voegen eraan toe dat hij op de zevende van dezelfde maand Genua bereikte en dat men daar van boord is gegaan, maar dat is niet zeker.Ga naar voetnoot9. Moge de Heer Jezus hem bewaren en hem de kans en de wil geven om de toestand binnen het christendom te verbeteren. Dat het je vooral goed mag gaan. Brugge, 30 augustus 1529. |
|