2204 Aan Janus Cornarius
Freiburg, 9 augustus 1529
Erasmus groet de arts Janus Cornarius uit Zwickau
U met uw geweldige gaven verdiende het dat ik u met groot enthousiasme in de armen zou sluiten, zeer geachte Cornarius, en met alle mogelijke voorkomendheid zou bejegenen. Het ligt ook beslist in mijn aard voor mensen zoals u respect te hebben en genegenheid te voelen. Maar het komt onder andere door de voortdurende, bijna abnormaal te noemen werkdruk, dat ik me tegenover iedereen zonder onderscheid als een ScythGa naar voetnoot1. gedraag. Des te meer waardeer ik uw vriendelijkheid; want hoewel u met het volste recht over mijn onbeleefdheid zou kunnen klagen, bedankt u zelfs voor de vele belangrijke diensten die Erasmus u (jawel!) bewezen heeft.
Hopelijk zult u rustig doorgaan met wat u met zoveel precisie en ongetwijfeld evenveel succes begonnen bent op het gebied van Hippocrates, prins van de geneeskunst.Ga naar voetnoot2. Het talent is er, de kennis is er, de lichamelijke conditie en het elan zijn er, kortom, er ontbreekt niets wat naar mijn idee vereist is voor het succesvol volbrengen van die taak, hoe moeilijk ook. Daar zou ik u dan ook toe aansporen, als ik niet zag dat u er allang de vaart in hebt.
Als u weer een bezoek aan Wittenberg brengt,Ga naar voetnoot3. moet u namens mij nadrukkelijk de groeten aan Melanchthon doen. Ik weet namelijk niet hoe de verstandverhouding tussen mij en Luther is, aangezien hij, zoals wel duidelijk is, niet duldt dat iemand een andere mening heeft. Ik wens u het geluk toe dat bij uw uitnemende kwaliteiten past. U zult niet vergeefs een beroep op mij doen, mits het in mijn macht ligt te doen wat u vraagt.
Freiburg im Breisgau, 9 augustus 1529