2141 Aan Claudius Janandus
Bazel, 1 april 1529
Erasmus van Rotterdam groet Claudius Jenandus
Veel meer geluk wens ik mijzelf, beste Claudius, omdat dat gesprek mij een vriend opleverde die niet alleen geleerd is, maar ook verstandig, betrouwbaar en onafhankelijk. Aan dit soort vrienden pleeg ik buitengewoon veel genoegen te beleven. Voor MidasGa naar voetnoot1. zal ik in het vervolg op mijn hoede zijn; zijn briefje had trouwens iets verraderlijks. Ik ben je zeer erkentelijk dat je de brief zorgvuldig naar Dole hebt gebracht. Sucket antwoordde via een of andere zwerver die zich toevallig aandiende, die honger leed, in lompen gekleed was en armer dan Irus.Ga naar voetnoot2. Ik heb hem weggestuurd nadat ik hem kleding en geld had gegeven.
Carlowitz is hiervandaan naar Speyer vertrokken met aanbevelingsbrieven van mij voor Ferdinand, hertog Georg en enkele andere machthebbers,Ga naar voetnoot3. hoewel de hertog niet aanwezig is en ook niet zal zijn. Twee dagen geleden ontving ik een brief van hem.Ga naar voetnoot4. Hij heeft problemen met zijn scheenbeen wat niet zonder gevaar is.Ga naar voetnoot5. Sommigen vermoeden dat het bedrog is. Hij weet wat zich daar afspeelt en is bang hertog JohannGa naar voetnoot6. en de markgraaf van HessenGa naar voetnoot7. voor het hoofd te stoten; de een is, als ik mij niet vergis, een bloedverwant, de ander zijn schoonzoon. Maar dit is niets anders dan gissen.