2122 Aan Simon Pistoris
Bazel, 14 maart 1529
Erasmus van Rotterdam groet Simon Pistoris
Ik had een koerierGa naar voetnoot1. naar jou toe gestuurd die ik op eigen kosten had gehuurd. Ik neem aan dat hij bij jou is geweest, want hij is nog niet teruggekeerd. Nu bood Christoph von Carlowitz mij een gelegenheid je te schrijven. Ik had hem eerderGa naar voetnoot2. meermalen met enige schroom bij de zeer illustere vorst aanbevolen omdat ik mij enigszins over mijn aanbeveling schaamde. Maar sinds ik hem door zijn verblijf in mijn huis van dichtbij heb meegemaakt en door en door heb leren kennen, zou ik niet aarzelen hem op mijn verantwoording bij ongeacht welke vorst aan te bevelen. Het Latijn beheerst hij uitstekend, in het Grieks is hij behoorlijk onderlegd en hij heeft met goed resultaat rechten gestudeerd. Daarbij is hij nuchter in zijn oordeel en hoffelijk in zijn manier van optreden; hij heeft niets van uiterlijk vertoon en arrogantie. Om kort te gaan, in niets lijkt hij op die Thraso.Ga naar voetnoot3. Hij wordt gedwongen de muzen aan wie hij zijn hart heeft verpand te verlaten en zich aan het hofleven te wijden. Zeer veel hoop heeft hij op zijn vorst Georg gevestigd. Ook ik heb goede hoop als jij althans in al je vriendelijkheid zo goed wilt zijn met je gezag en aanzien mijn aanbeveling te steunen. Ik vraag je nadrukkelijk dit te doen. Neem van mij aan, je bewijst een dienst aan een jongeman die het verdient, je dankbaar zal zijn en je niet zal vergeten.
Bazel, 14 maart 1529