De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 14. Brieven 1926-2081
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2078 Aan Andrzej Zebrzydowski
| |
[pagina 334]
| |
heeft jullie weer verzoend, zoals soms uit een slecht begin een grote vriendschap ontstaat. Er is voor jou geen reden je voor je zwijgen te verontschuldigen. Ik neem aan dat de brief die je aan Karel Uutenhove hebt gericht ook voor mij was geschreven. Er is een andere huisgenoot bij gekomen, iemand niet zonder humor.Ga naar voetnoot1. Karel kon de kachels niet verdragen. Ik weet niet of jij over je terugkeer naar ons een grap maakt. Wanneer zal Parijs, dat doorgaans zijn gasten steeds meer verleidt nadat zij zijn geuren hebben opgesnoven, jou laten gaan? Niettemin zul je, als het in jouw voordeel kan zijn, bij ons meer welkom zijn dan je ooit bent geweest. In ieder geval zul je aan mij geen slechtere gastheer hebben, misschien een iets geschiktere, omdat ik binnenkort mijn werkzaamheden van me afschud. Het verbaast mij dat ik uit Polen zelfs geen lettergreep ontvang.Ga naar voetnoot2. Laat het me weten als jij iets hebt. Dat jij deze brief later ontvangt is de schuld van Anton,Ga naar voetnoot3. die langer dan gebruikelijk en dan ik verwachtte zijn vertrek uitstelde. Baer, Bonifacius, Hieronymus,Ga naar voetnoot4. Glareanus en je andere trouwe vrienden verzoeken mij de groeten over te brengen. Ik vraag je zo vriendelijk te zijn Marcin DÄ…browski namens mij hartelijk te groeten. Zorg dat het heel goed met je blijft gaan. Bazel, 23 december 1528 |
|