2058 Aan Johann von Riedt
Bazel, 1 oktober 1528
Hartelijk gegroet. Johann van Riedt was ik niet vergeten, maar ik stelde het zeer op prijs dat jij de herinnering aan onze oude vriendschap weer tot leven bracht. Christoph von Carlowitz, een jongeman die zoals je terecht schrijft hoge verwachtingen wekt, verblijft in Dole. Wat jij me opdraagt, zal ik per brief doen. Met JoachimGa naar voetnoot1. ben ik zeer ingenomen. Tweemaal heeft hij mij bezocht. Ik zal de man voor een maaltijd uitnodigen en als er iets is waarmee ik hem een dienst kan bewijzen, zal ik dat ook omwille van jou graag doen.
Wat bij jullie de monniken en theologen doen weet ik niet. In Parijs en Spanje gaan ze gewoonweg als dwazen tekeer. De gewelddadigheid van Luther heeft ons die tirannie bezorgd, doordat hij op een verkeerde manier iedereen de vrijheid probeert terug te geven.
Wat je voor Jacobus Ceratinus zult doen, doe je zowel voor een man met grote verdiensten als voor je universiteit.Ga naar voetnoot2. Maar voor zover ik zie overleggen jullie te veel over zijn salaris. Ik wens jou, mijn dierbare vriend, en je familieleden het allerbeste toe.
Bazel, 1 oktober 1528
Je Erasmus van Rotterdam, eigenhandig geschreven