De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 14. Brieven 1926-2081
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2055 Aan Jean de Carondelet
| |
[pagina 294]
| |
meer veilig is nog langer in deze gebieden te verblijven. Koning FerdinandGa naar voetnoot4. nodigt mij met grote beloften naar Wenen uit. Maar ik zou nergens liever dan in Brabant willen rusten, als ik althans niet word gehinderd door enkele brutale lieden, die telkens als het hun goed uitkomt voor de keizer, God en de mensen geen respect hebben. Hier mag ik helemaal niets zeggen en ik kan heel slecht met kachels overweg. Het past een oude man niet in een vreemd land te leven; tenslotte vragen mijn leeftijd en gezondheid al lang om rust. Naar ik aanneem kent uwe hoogheid Herman van Friesland,Ga naar voetnoot5. een jongeman van aanzienlijke komaf, met een heel aangenaam karakter en buitengewoon geleerd. Het lijkt me dat hij voor uw hof een bijzonder sieraad en uitermate bruikbaar zal zijn, als u hem met uw sympathie in uw hart sluit. Ik zou u nadrukkelijker vragen dat te doen, als ik niet wist dat de man zo getalenteerd is dat hij zichzelf royaal zal aanbevelen. Ik weet dat u mij dankbaar zult zijn, als u de goedheid hebt met de jongeman persoonlijk kennis te maken. Moge de Heer uwe hoogheid in goede gezondheid laten leven. Bazel, 1 oktober 1528 |
|