De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 14. Brieven 1926-2081
(2016)–Desiderius Erasmus– Auteursrechtelijk beschermd2051 Aan Andrea Alciati
| |
[pagina 288]
| |
scheidenheid willen prijzen dan in tegenspoed je dapperheid willen bewonderen. Ging het lot slechts zo heftig tegen Erasmus tekeer dat het zijn krachten verminderde! Met veel slangenmonsters heb ik te maken, die hun dodelijk vergif niet uit zeven, maar zevenduizend koppen spuwen. Je krijgt een korte brief, maar ik vrees dat je hem lang noemt omdat je door mijn ondeugdelijke handschrift bent uitgeput. Er is een reden Bonifacius geluk te wensen, want de gezwollen buik van zijn echtgenote belooft hem de vurig gewenste naam van vader.Ga naar voetnoot5. Het ga je goed, belangrijkste sieraad van deze tijd. Ik vraag je mijn gevoelens voor jou niet te beoordelen aan de hand van het werk dat ik aan brieven besteed. Je zou kunnen zeggen dat dit een lange brief is, als je wist onder welke werkzaamheden ik word bedolven en hoeveel mensen ik helemaal alleen moet antwoorden. Bazel, 16 september 1528 |
|