1996 Van Hector Boece
Aberdeen, 26 mei 1528
Hector Boece uit Dundee groet de zeer voortreffelijke heer Desiderius Erasmus van Rotterdam hartelijk
Hans Bogbinder, een zeer geleerde jongeman van Deense komaf, die voor jou een bijzondere eerbied heeft, zei dat hij, toen hij onlangs voor zaken in Aberdeen was, niet zozeer verbaasd als wel blij was op de welhaast meest afgelegen plek van de wereld zoveel bewonderaars van u te hebben aangetroffen die zich op de letteren toeleggen. Hij zag in Aberdeen tot zijn grote genoegen studenten in de theologie steeds met jouw Paraphrases van het evangelie van Christus in hun handen. Deze werken, die jij inderdaad hebt uitgegeven om de jeugd in de letterenstudies en moreel gedrag te onderrichten, werden door de studerende jeugd zo stukgelezen, dat wie Erasmus, naar het oordeel van iedereen het literaire sieraad van onze tijd, niet naar vermogen navolgt en zich niet zeer nauwgezet op zijn boeken stort, door zijn medestudenten wordt gehouden voor iemand die niet leergierig is.
Nadat hij gretig had geïnformeerd naar de reden van deze grote eerbied voor Erasmus, begreep Hans ten slotte dat de prominentsten van de Aberdeense universiteit ooit jouw leerlingen waren geweest. En om eerlijk tegen je te zijn, toen ik, die mijn steentje heb bijgedragen aan het stichten van deze universiteit, tweeëndertig jaar geleden met jou in Parijs was in het religieuze Collège Montaigu, waar jij enkele heilige teksten hebt geïnterpreteerd, werd ik gegrepen door bewondering voor jouw uitzonderlijke geleerdheid en buitengewoon bescheiden karakter, die sindsdien voortduurt en met de dag groter is geworden door de groeiende roem van jouw naam. Want, afgezien van je uitstekende kennis van het Latijn en het Grieks, hoeveel weet jij van filosofie, hoeveel van theologie! Ik heb begrepen dat jij je vanaf het begin aan deze zeer heilige discipline hebt gewijd. Wat een passie voor lesgeven, wat een heldere stijl heb jij daarnaast, zoveel overtuiging in het handhaven van het ware geloof, zodat jij als iets uit de hemel onder de mensen lijkt te verkeren Ik denk dat geen plek ter wereld waar de mens zijn voet heeft gezet, dit niet weet. Jij bent een voorwerp van bewondering voor alle geleerden, jij valt bij mensen die het christelijke geloof uitdragen buitengewoon in de smaak. Jouw vroomheid komt zo overeen met je geleerdheid, zoals uit je geschriften is op te maken, dat al je plezier, al je zorg, al je vrije tijd en werkzaamheden gewijd lijken te zijn aan het cultiveren van de goddelijke letteren. Volgens iedereen verdien je het, aangezien jij als de geleerdste onder de geleerden geldt en dat ook bent, in dit leven de meest eervolle rust te krijgen en, na je overlijden, in het eeuwige leven het loon dat de Heer heeft beloofd aan hen die hem liefhebben.